Borstcentrum
Ik heb borstkanker, wat nu?
U heeft de diagnose borstkanker gekregen. Wat betekent dat nu eigenlijk? Welke vormen van borstkanker zijn er en wat zijn de behandelmogelijkheden?
Wat is borstkanker?
Kanker is het ongeremd delen van lichaamscellen, waardoor er een kwaadaardige tumor (gezwel) kan ontstaan. Bij borstkanker groeien er kwaadaardige cellen in de borst. Een tumor in de borst kan op verschillende plekken ontstaan. Dat kan in de melkklieren zijn, of juist in de melkbuisjes. Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in Nederland. 1 op de 7 vrouwen krijgt ooit in haar leven borstkanker. Borstkanker ontstaat geleidelijk. Het kan jaren duren voordat een tumor wordt ontdekt. Ook mannen kunnen borstkanker krijgen. Dit gebeurt veel minder vaak dan bij vrouwen: 1 op de 150 mensen met borstkanker is man. Bekijk ook de video van KWF over kanker.
Soorten borstkanker
Als er gesproken wordt over soorten borstkanker dan hebben we het vaak over de volgende termen:
- Een carcinoom is een ander woord voor een kwaadaardige tumor. Wanneer er sprake is van borstkanker wordt er gesproken over een mammacarcinoom. Mamma is het Latijnse woord voor borst.
- Ductaal betekent dat de kanker is ontstaan in een melkgang.
- Lobulair betekent dat de kanker is ontstaan in een klierblaasje.
- In situ betekent dat de kanker beperkt is tot de plaats van ontstaan en geen uitzaaiingen kan geven
- Invasief betekent dat de kanker mogelijk zich verder kan verspreiden.
De meeste voorkomende vormen van borstkanker zijn:
Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)
Ductaal Carcinoma In Situ is een voorstadium van kanker. Bij DCIS zijn de cellen in uw borst van vorm veranderd. De cellen groeien te veel. De cellen hebben nog niet het vermogen om buiten de melkgangen groeien, waardoor er geen mogelijkheid is tot uitzaaien. Om deze reden wordt het als een voorstadium beschouwd. Ondanks dat het nog geen echte borstkanker is, moet DCIS wel/ soms operatief behandeld worden.
Invasief carcinoom Niet specifiek-type (NST)
Het invasief carcinoom NST is de meest voorkomende vorm van borstkanker. Bij vier van de vijf vrouwen die borstkanker krijgen, gaat het om deze vorm. Deze vorm van kanker ontstaat in de melkgangen van de borst. Meestal voelt het aan als een hard knobbeltje. Het woord invasief betekent dat kwaadaardige cellen kunnen verplaatsen naar de lymfklieren in de oksel of verder het lichaam in. Men spreekt dan van uitzaaiingen, ook wel metastasen genoemd.
Invasief lobulair carcinoom (ILC)
Het invasief lobulair carcinoom (ook bekend als infiltrerend lobulair carcinoom) ontstaat in de klierblaasjes. De tumor is vaak alleen te voelen als een zwelling in de borst. Op een mammografie is een lobulaire tumor niet altijd goed te zien. Het kan dan ook lastig zijn om de grootte van de tumor vast te stellen. Om deze reden maken we op de afdeling Borstonderzoek een aanvullende MRI-scan van de borst om het lobulair carcinoom beter in kaart te brengen. Lobulaire carcinomen komen minder vaak voor dan ductale carcinomen namelijk bij 5% tot 15% van de patiënten met borstkanker.
- Op borstkanker.nl staan andere soorten borstkanker beschreven.
Patiëntervaring
Ondanks de reden van het bezoek deden de zorgverleners er alles aan om het zo aangenaam mogelijk te maken.
Behandelplan
Twee keer per week vindt er overleg plaats met de diverse specialisten om alle borstkankerpatienten te bespreken. Dit heet een multidisciplinair overleg (MDO).
Deelnemers zijn een:
- oncologisch chirurg (hoofdbehandelaar)
- verpleegkundig specialist
- radioloog (voor het beoordelen en uitvoeren van beeldvormende onderzoekenen en het uitvoeren van puncties)
- patholoog (voor beoordeling weefselonderzoek)
- radiotherapeut (voor eventuele bestraling)
- internist-oncoloog (voor eventuele chemotherapie)
- plastisch chirurg
- nucleair geneeskundige (voor beoordeling nucleaire onderzoeken)
Deze specialisten samen maken voor u een behandelvoorstel. Hierin staat welke behandelingen het best passen bij de soort borstkanker, het stadium van de ziekte en uw situatie. Vaak gaat het om een combinatie van onderzoeken en behandelingen. Dit voorstel bespreekt de chirurg met u tijdens het consult. U heeft zelf ook invloed op dit behandelvoorstel. Er zijn namelijk steeds meer mogelijkheden om borstkanker te behandelen. Om u te helpen een keuze te maken tussen de verschillende behandelingen kunt u een keuzehulp invullen.
Omdat u met zoveel verschillende specialisten spreekt, heeft u een vast aanspreekpunt in het team; een casemanager. Tijdens het hele proces is de verpleegkundig specialist uw casemanager. Zij is een ervaren verpleegkundige, met een erkende masteropleiding. Onze verpleegkundig specialisten verzorgen een deel van de medische en verpleegkundige zorg van vrouwen en mannen met borstproblematiek. Vanaf de eerste onderzoeken tot uw laatste controle staat de verpleegkundig specialist u bij. Deze geeft voorlichting over de verschillende behandelingen, bespreekt de uitslagen van onderzoeken met u en voert ook de nacontroles uit.
Type behandeling
Bij borstkanker zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Vaak stelt de arts een combinatie van behandelingen voor. Het ligt aan de soort borstkanker, hoe erg de ziekte is en hoe de patiënt zich voelt welke behandelingen dat zijn. Hieronder staat informatie over behandelingen die bijdragen aan het beter worden. Voor uitgezaaide borstkanker is aparte informatie beschikbaar.
Operatie aan de borst
Bij borstkanker zal de arts bijna altijd een operatie voorstellen. Dit kan een borstsparende operatie zijn, of een borstamputatie. Sparend wil zeggen dat slechts een deel van de borst weggehaald wordt. Bij een borstamputatie verwijdert de chirurg de hele borst. Daarna is een borstreconstructie mogelijk. De arts bespreekt met u welke operatie in uw situatie het meest geschikt is. U kunt bij een borstamputatie ook nog kiezen voor een reconstructie van de borst. Afhankelijk van het soort reconstructie kan het in soms tijdens de 1e operatie gebeuren of u wordt op een later tijdstip opnieuw geopereerd.
Operatie aan de oksel
Uitzaaiingen in de lymfeklieren kan de arts opsporen met een echografie, en met een schildwachtklierprocedure. Bij deze ingreep kan de arts de schildwachtklier verwijderen. Als er uitzaaiingen zijn, zitten die meestal in de lymfeklieren in de oksel. Zijn er veel uitzaaiingen, dan is het soms nodig om alle lymfeklieren in de oksel te verwijderen. Dit heet een okselkliertoilet.
Bestraling van de borst en lymfeklieren
Na de borstsparende operatie volgt bijna altijd bestraling. Soms is bestraling ook nodig na de borstamputatie. Als er uitzaaiingen zijn gevonden aan de lymfeklieren, kunnen die ook vaak bestraling krijgen.
Chemotherapie
Chemotherapie is vaak een onderdeel van de behandeling bij borstkanker. Lees meer over chemotherapie.
Hormonale therapie
Hormonale therapie werkt alleen bij hormoongevoelige borstkanker. De behandeling kan voor of na de operatie starten. Vaak duurt een behandeling met hormonale therapie lang: vijf of tien jaar. Er zijn verschillende soorten hormonale therapie. Welke soort de arts voorstelt, hangt af van het stadium van de borstkanker, of de patiënt al in de overgang is (geweest) en de mogelijke bijwerkingen. Hormonale therapie is een minder zware behandeling dan chemotherapie en wordt meestal goed verdragen. Soms stelt de arts een combinatie van hormonale therapie en chemotherapie voor.
Doelgerichte therapie
Voor HER2-positieve borstkanker is er doelgerichte therapie beschikbaar. Doelgerichte therapie remt de groeit van de tumor. Er zijn verschillende doelgerichte medicijnen. Doelgerichte therapie is meestal in combinatie met chemotherapie en kan ook voor of na de operatie starten.
Meer informatie
-
Meer informatie kunt u vinden op de volgende websites:
-
Het Borstcentrum werkt met veel afdelingen binnen en buiten Amphia samen:
- Het Oncologisch Centrum: samen tegen kanker
- Oncologisch centrum: Hematologie
- De afdeling Radiologie
- De afdeling Nucleaire geneeskunde
- De afdeling Plastische Chirurgie
- De afdeling Pathologie
- Instituut Verbeeten
- Revant voor revalidatie
- Erasmus Medisch Centrum - Kanker Instituut
- Maastricht Universitair Medisch Centrum - Centrum Voortplantingsgeneeskunde
-
De meeste borsttumoren (80%) zijn gevoelig voor het vrouwelijk hormoon oestrogeen. Hierdoor gaan borsttumorcellen sneller delen (meer worden). Daarom adviseren wij altijd te stoppen met de anticonceptiepil of hormoonsubstitutie (bepaalde medicijnen), als u dit gebruikt. Vanwege deze hormoongevoeligheid is het mogelijk om de tumor te behandelen met medicijnen die ervoor zorgen dat het hormoon oestrogeen niet meer werkt zoals normaal.
Een beperkt deel van de borsttumoren (15%) maakt een bepaald eiwit aan waardoor tumorcellen sneller gaan delen (meer worden). Deze tumoren zijn agressief (aanvallend). Deze noemen we "her2-neu positieve tumoren". Hiervoor bestaat een speciale behandeling met antilichamen. Antilichamen zorgen voor bescherming tegen ziekten.
Borstkankercellen kunnen er onder de microscoop verschillend uitzien. Dit noemen we een tumorgraad. Er zijn drie categorieën, 1,2 en 3 en deze staan voor hoe agressief een tumor is.
Hoe uw tumor eruit ziet en zich gedraagt, helpt ons te beslissen welke behandeling u krijgt.
-
Het is vaak moeilijk om vast te stellen wat de oorzaak van de ziekte is. Soms speelt een erfelijke aanleg een rol. Andere factoren die de kans op borstkanker verhogen zijn veel vrouwelijke hormonen, dicht klierweefsel en een eerdere aandoening in de borst. Om de kans op vroege opsporing van borstkanker te vergroten, is er in Nederland een bevolkingsonderzoek. Vrouwen tussen de 50 en 75 jaar oud krijgen iedere twee jaar een uitnodiging voor deelname aan het bevolkingsonderzoek.
-
Bij borstkanker kan een borst er anders uitzien of anders aanvoelen dan normaal. Soms is een knobbeltje te voelen, maar dat hoeft zeker niet altijd. Ook kunnen er veranderingen aan de tepel optreden, of aan de huid van de borst. Deze klachten komen niet alleen voor bij borstkanker, maar ook bij goedaardige veranderingen aan de borst.
-
Bij 5 tot 10% van de vrouwen met borstkanker speelt erfelijkheid een rol. Een erfelijke aanleg betekent dat je een groter risico hebt om borstkanker te krijgen. Deze aanleg erf je van één van je ouders. Er zijn een aantal genen bekend die betrokken zijn bij deze erfelijke aanleg. De bekendste hiervan zijn zijn BRCA1, BRCA2 en CHECK2.
Bij erfelijke borstkanker ontstaat de ziekte gemiddeld op jongere leeftijd en bij meerdere familieleden dan wanneer borstkanker niet erfelijk is. Ook komt het bij erfelijke borstkanker vaker voor dat in beide borsten kanker wordt gevonden en dat er een verhoogd risico is op eierstokkanker.
In Nederland krijgt 1 op de 7 vrouwen de diagnose borstkanker. Wanneer 1 of 2 familieleden borstkanker hebben (gehad), hoeft dat dus niet per se veroorzaakt te zijn door een erfelijke aanleg.
-
Borstkanker komt vaak voor. In 2019 kregen 14.808 vrouwen de diagnose borstkanker. Borstkanker komt vooral voor bij vrouwen tussen de 45 en 74 jaar.
-
Na 10 jaar zijn gemiddeld nog 79 van de 100 vrouwen in leven.
-
Bij borstkanker zijn er 4 stadia. Het stadium zegt iets over hoever de kanker is uitgebreid. Voor je prognose is het belangrijk om te weten in welk stadium de ziekte is.
Stadium 1: De tumor in de borst is kleiner dan 2 centimeter en er zijn geen uitzaaiingen in de lymfeklieren in de oksel. Er kunnen ook uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel zitten, maar er zijn geen uitzaaiingen in andere organen.
Stadium 2: De tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. Er kunnen ook uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel of het borstbeen zitten, maar er zijn geen uitzaaiingen in andere organen.
Stadium 3: De tumor is groter dan 5 centimeter. Er kunnen ook uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel zitten. De tumor valt ook in stadium 3 als hij kleiner is dan 5 centimeter, maar door de huid van de borst naar buiten komt. Of als hij vastzit aan de wand van de borst. In beide gevallen is de kans groot dat er ook uitzaaiingen in andere delen van het lichaam zijn.
Stadium 4: Borstkanker met aangetoonde uitzaaiingen in andere delen van het lichaam.
Lees meer over stadiumindeling en een groter riscio op uitzaaiingen.
-
Op onze wachttijden-pagina vindt u meer informatie. De wachttijden zijn een schatting van dit moment. Deze veranderen voortdurend. Bijvoorbeeld door spoedzorg, speciale zorg of een second opinion. Of uw eigen keuze voor een specialist.
-
Wanneer u de diagnose kanker krijgt komt er veel op u af. Uw werk is dan misschien niet uw eerste zorg. Toch is het belangrijk dat u al snel nadenkt over welke gevolgen uw ziekte kan hebben voor uw werk. Lees meer over werken met of na kanker in deze folder.
-
-
dr. G. Dolmans
Plastisch-, Reconstructief- en handchirurg
Plastisch-, Reconstructief- en handchirurgie
-
-
-
-