Inleiding
U kreeg deze folder omdat u last heeft van een aandoening waarbij de zure inhoud van uw maag terugstroomt in uw slokdarm. Dit heet gastrooesofageale refluxziekte. Soms kan de maaginhoud (met etensresten) ook terug stromen waardoor mensen last hebben van oprispingen of zelfs braken, of chronische hoestklachten. In deze folder leest u wat een operatie vanwege refluxklachten precies inhoudt. Ook vindt u adviezen die helpen om snel te herstellen. Als u na het doornemen van deze folder nog vragen heeft, of iets onduidelijk vindt, dan kunt u bellen met de verpleegkundig consulent MDL Stomazorg. Het kan zijn dat de procedure in uw situatie iets anders loopt dan in deze algemene folder staat beschreven.
1. Refluxklachten
Refluxklachten geven een brandend gevoel en leiden tot irritatie. Op den duur ontstaat een ontsteking van het slijmvlies van de slokdarm. Medicatie werkt bij u niet meer afdoende, of u wilt daar niet uw hele leven van afhankelijk zijn. Samen met uw behandelend MDL-arts en chirurg heeft u daarom besloten tot een anti-refluxoperatie (Nissen Fundoplicatie).
1.1 Waarom opereren?
De anti-refluxoperatie is een operatie voor mensen met refluxklachten en/of een breuk in het middenrif. Het middenrif is een spierplaat die de borstholte scheidt van de buikholte. In die plaat zit een opening waar de slokdarm door heen loopt. Wanneer deze opening te ruim is spreekt men van een breuk. Een te ruime opening kan een oorzaak zijn van refluxklachten. Dan kan een gedeelte van de maag in de borstholte komen te liggen. Een operatie kan dan uitkomst bieden.
1.2 Operatie
De operatie is in principe een kijkoperatie. Via kleine sneetjes ontstaat toegang tot de buikholte. Zo brengt de chirurg instrumenten en een camera in. Daarmee voert hij de operatie uit.
Tijdens de operatie maakt de chirurg de overgang van de slokdarm naar de maag vrij. Als er een te grote opening in het middenrif zit, dan hecht hij deze weer tot de normale situatie ontstaat. Daarbij komt de koepel van de maag vrij. Deze hecht hij als een soort manchet om de slokdarm heen. Deze nieuwe afsluiting van de slokdarm voorkomt dat maagsappen terugstromen naar de slokdarm.
Soms lukt het niet om de kijkoperatie uit te voeren. Dan kiest de chirurg er tijdens de ingreep voor om een grotere wond te maken. Deze grotere operatie heeft natuurlijk invloed op uw herstel en op de opnameduur in het ziekenhuis.
1.3 Mogelijke complicaties
Een operatie brengt altijd risico’s met zich mee. Bij deze operatie is er kans op complicaties als een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Na de operatie zwelt inwendig het operatie- gebied enigszins. Dit kan ertoe leiden dat gewoon eten de eerste dagen na de operatie moeilijk is.
Om toch te zorgen dat u voldoende voedingsstoffen ontvangt, krijgt u gemalen voeding aangeboden. Eventueel aangevuld met drinkvoeding.
2. Voorbereiding
Eerst bezoekt u de chirurg en verpleegkundig consulent MDL Stomazorg op de polikliniek en bespreekt u de operatie. Daarna wordt er een afspraak voor u gemaakt bij de verpleegkundig consulent MDL Stomazorg en het voorbereidingsplein. Als het mogelijk is, dan sluiten deze afspraken op elkaar aan.
Op het voorbereidingsplein krijgt u onder meer een gesprek met de anesthesioloog. Deze beoordeelt uw algehele conditie en geeft uitleg over de narcose en de pijnstilling tijdens en na de operatie. Als u bloedverdunners gebruikt, dan hoort u wanneer u daarmee moet stoppen.
Bij de verpleegkundig consulent MDL Stomazorg:
- Ontvangt u nogmaals informatie over de operatie, de voorbereiding en de herstelperiode.
- Krijgt u vragen over uw gezondheid die van belang zijn voor uw behandeling en herstel. Deze gegevens gaan ook naar de verpleegafdeling waar u opgenomen wordt. Tijdens uw opname in het ziekenhuis wordt u begeleid door de afdelingsverpleegkundigen.
- U krijgt te horen wanneer het raadzaam is na ontslag contact op te nemen via het volgende nummer: (076) 595 30 51.
2.1 Dagprogramma opname
Wanneer u 's ochtends wordt geopereerd is het de bedoeling dat u de avond voor de dag van de operatie op de afdeling bent. Als de operatie 's middags wordt uitgevoerd, wordt u 's ochtends op de afdeling verwacht. De verpleegkundige van het team van afdeling chirurgie verwelkomt u en maakt u (en uw partner of familielid) wegwijs op de afdeling. Daarna begint de voorbereiding op de operatie.
In de loop van de dag krijgt u bezoek van de afdelingsarts en eventuele coassistenten. Het is van belang dat u voor de operatie voldoende drinkt. Daarom krijgt u ‘s avonds dubbeldrank te drinken. Na 24.00 uur mag u alleen nog heldere dranken drinken zoals water en thee.
2.2 Operatiedag
U hoort van uw verpleegkundige het tijdstip van uw operatie. U mag tot twee uur voor de ingreep nog heldere dranken drinken, zoals water en thee. Twee uur voor de ingreep krijgt u een koolhydraatrijke drank te drinken (dit heet Preop) die ervoor zorgt dat u zich na de operatie beter voelt.
De verpleegkundige vertelt u wanneer u zich kunt gaan omkleden voor de operatie. U krijgt hiervoor speciale kleding. Daarna brengen de verpleegkundigen u in uw bed naar de operatieafdeling. U komt binnen in een ontvangstruimte. Van daaruit neemt het personeel van de operatiekamer u mee naar de operatiekamer. Daar krijgt u een infuus waardoor u vocht krijgt toegediend en waardoor medicatie kan worden gegeven.
Vervolgens vindt de narcose plaats en daarna volgt de operatie. Na de operatie verblijft u enige tijd op de uitslaapkamer. De chirurg neemt na de operatie contact op met de door u doorgegeven eerste contactpersoon om aan te geven hoe de operatie is verlopen. Als u weer wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling.
2.3 Nazorg
U krijgt van de verpleegkundige op vaste tijden pijnstilling aangeboden. Heeft u toch pijn? Geef dit gerust aan. De verpleegkundige past (in overleg met de arts) uw pijnstilling aan. Uit onderzoek blijkt dat uw herstel verbetert met goede pijnstilling na de operatie. Via uw neus loopt een sonde naar uw maag, die op de eerste dag na de operatie verwijderd wordt. Deze sonde is bedoeld om overtollig maagsap af te laten vloeien zodat u niet misselijk wordt of moet braken.
Als u misselijk bent, kunt u aan de verpleegkundige medicijnen vragen die dit verhelpen. Het is de bedoeling dat u twee uur na de operatie uw bed al uitkomt en start met water drinken.
De eerste twee weken na de operatie is het beter om alleen vloeibare en gemalen voeding te eten. Als dit goed gaat, mag u al snel starten met normale/ vaste voeding. Is het moeilijk om hiermee voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen? Dan kan de diëtiste dit eventueel aanvullen met drinkvoeding.
U krijgt dagelijks een injectie tegen trombose. De dag na de operatie mogen de pleisters van de wondjes af. Het verwijderen van eventuele hechtingen vindt plaats tijdens de poliklinische nacontrole. U mag gewoon douchen; zolang u hechtingen heeft, kunt u beter niet in bad gaan.
3. Naar huis
Als alles goed gaat, mag u twee dagen na de operatie weer naar huis. U krijgt van de afdelingsverpleegkundige een datum mee voor een controleafspraak bij uw chirurg. De verpleegkundig consulent MDL Stomazorg is bij deze eerste controle aanwezig.
Als u weer thuis bent, is het goed om in beweging te blijven en de dieetvoorschriften te volgen. De verpleegkundig consulent MDL Stomazorg belt u een aantal dagen na uw ontslag uit het ziekenhuis.
Wij adviseren u om zelf direct (ook ’s avonds, ’s nachts of in het weekend) contact op te nemen met de veropleegkundig consulent MDL Stomazorg als u last heeft van:
- koorts (boven de 38.5);
- hevige buikpijn;
- wondproblemen;
- overgeven.
Binnen kantoortijden bereikbaar op 076-5953051, buiten kantoortijden krijgt u dan een spoednummer te horen wat u kan bellen.
Wanneer u merkt dat het eten niet wil passeren en u dus uw voedingsstoffen niet binnenkrijgt, neemt u overdag contact op met de verpleegkundig consulent MDL Stomazorg.
4. Bereikbaarheid
Voor overige vragen waarbij geen spoed is geboden, kunt u op werkdagen tijdens het telefonisch verpleegkundig spreekuur van 11:00 tot 12:00 uur contact opnemen.
Het telefoonnummer is: (076) 595 30 51