Wat is dysartrie?
U heeft sinds kort problemen met spreken. De spieren voor de spraak werken door hersenletsel niet goed meer. We noemen dit een dysartrie. Vaak is de oorzaak een herseninfarct of een hersenbloeding, maar ook neurologische spierziekten als Parkinson, MS en ALS kunnen tot deze spraakstoornis leiden. Er zijn verschillende vormen van dysartrie. De logopedist zal beoordelen wat er precies fout gaat bij het spreken. De logopedist geeft u vervolgens spraakoefeningen waardoor u het spreken kunt verbeteren.
In deze folder staan voor u algemene adviezen om het communiceren gemakkelijker te laten verlopen. Ook voor uw eventuele partner, familie en vrienden leest u tips en adviezen.
Adviezen om beter te spreken
- Het belangrijkste op dit ogenblik is dat uw partner, familie en vrienden u zo goed mogelijk verstaan.
- Richt dus altijd uw volledige aandacht op het spreken wanneer u iets wilt zeggen. De volgende tips kunnen hierbij helpen:
- spreek trager.
- spreek in kortere zinnen.
- Probeer zo goed mogelijk te articuleren (overdrijf de uitspraak).
- Leg voldoende pauzes in de zin.
- Zorg dat er altijd oogcontact is met de persoon die u aanspreekt.
- Ga dicht bij de luisteraar staan.
- Verander niet te snel van onderwerp.
- Ondersteun eventueel het spreken met duidelijke gebaren.
- Probeer woord voor woord te spreken als het spreken heel moeilijk gaat. Bijvoorbeeld: ik / ben / moe.
- Probeer de boodschap op te schrijven wanneer u heel slecht te verstaan bent. U kunt op papier schrijven, maar ook op een bord.
- Als het schrijven moeilijk gaat, kunt u op een letterkaart de eerste letters van het woord aanwijzen of de woorden spellen. Bijvoorbeeld: w-e-l-k-o-m.
Specifieke persoonlijke adviezen:
Adviezen voor uw partner, familie en vrienden
Om uw naaste zo goed mogelijk te begrijpen kunt u het volgende doen:
- Wees eerlijk: vraag uw naaste de boodschap te herhalen wanneer u de boodschap niet goed verstaan heeft.
- Bevestig: zeg tegen uw naaste wat u denkt te hebben verstaan. Voorbeeld: 'ik denk dat je bedoelt…'. Dit ter controle voor beiden.
- Zorg voor een rustige omgeving: zet TV en radio tijdens het spreken uit.
- Geef uw naaste genoeg tijd om te antwoorden op uw vraag.
- Probeer uw naaste niet te onderbreken.
- Ga niet luider of op een kinderlijke manier praten: uw naaste kan u goed verstaan.
- Houd oogcontact en kijk naar de mond: dit verbetert het begrijpen. Veel informatie is ook afleesbaar van de mimiek.
- Zorg als er veel bezoek is, dat uw naaste bij het gesprek wordt betrokken, praat niet over zijn/haar hoofd.
- Houd rekening met vermoeidheid van de persoon: 'een kort bezoek boeit, een lang bezoek vermoeit'.
Specifieke adviezen:
Meer informatie
Als u vragen heeft kunt u terecht bij de logopedisten van het Amphia Ziekenhuis:
- Gäby van Gils
- Sylvia Goosen
- Kim Gussenhoven
Adressen
De Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (Patiëntenvereniging) www.NVLF.nl