Oh nee, IE...

We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.

Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!

Welkom bij Amphia
Patiënteninformatie

Zoeken

Leren sondevoeding geven
Aanmaakdatum: | Geüpdatet op

Leren sondevoeding geven

Deze informatie is voor ouders die zelf sondevoeding willen leren geven, zodat hun kind eerder naar huis kan. Ouders hoeven dan niet te wachten totdat het kind alle voedingen zelfstandig uit de borst en/of fles kan drinken.

Het aanleren van sondevoeding geven leer je stap voor stap. De kinder- en/of neonatologieverpleegkundige begeleidt jullie bij het oefenen tijdens de opname van jullie kind in het ziekenhuis.

Om naar huis te gaan met sondevoeding gelden er een aantal voorwaarden:

  • Jullie kind is minimaal 36 weken oud, 2kg zwaar en minimaal 5 dagen oud.
  • Zowel de ouders als de zorgverleners hebben vertrouwen in het geven van sondevoeding thuis. Draagkracht/last van ouders is in balans.
  • Het kind is niet (meer) afhankelijk van monitorbewaking en/of ademhalingsondersteuning.
  • Het kind is thermostabiel met maximaal 2 kruiken in de wieg.
  • Het kind laat zien dat het de drinktechniek beheerst passend bij de situatie.

 

Met sondevoeding wordt bedoeld het geven van afgekolfde moedermelk of kunstvoeding via een voedingssonde. Een voedingssonde, of kortweg sonde, is een dun en flexibel slangetje dat via de neus ingebracht wordt. Deze loopt door de neus-keelholte via de slokdarm naar de maag. Het uiteinde van de sonde ligt in de maag. Het inbrengen van de sonde gebeurt altijd door een kinder- of neonatologieverpleegkundige.

1 = neus-keelholte

2 = slokdarm

3 = maag

4 = longen

Direct na het inbrengen controleert de verpleegkundige of de sonde goed ingebracht is. Als de positie van de sonde goed is, wordt deze vastgeplakt op de wang.

Veilig sondevoeding geven

Veilig sondevoeding geven

  1. Hygiëne

Hygiëne is bij het toedienen van sondevoeding erg belangrijk. Het is belangrijk om jullie handen goed te blijven wassen. Zorg ervoor dat je alle andere handelingen zoals wassen, temperaturen en verschonen klaar hebt. Was vervolgens eerst je handen voordat je overgaat tot het klaarmaken en geven van de voeding.

  1. Voorbereiding geven sondevoeding
  • Was de handen.
  • Zet de benodigde materialen klaar.
  • Zorg voor een rustige omgeving.
  • Neem de tijd voor de borst- of flesvoeding en zo nodig aansluitend sondevoeding. Voorkom onrust en afleiding tijdens deze handelingen.
  1. Bereiden van de voeding

Voeding wordt opgewarmd of is op kamertemperatuur. Voordat je de sondevoeding geeft controleer je daarom eerst de temperatuur van de voeding. Voor een aantal kinderen is het goed dat zij speciale toevoegingen aan hun moedermelk en/of kunstvoeding krijgen. Deze bereidingswijze wordt je geleerd gedurende de opname.

  1. Controleren van de sonde

Om veilig sondevoeding te kunnen geven moet iedere keer dat je kind sondevoeding krijgt gecontroleerd worden of de positie van de sonde juist is. De sonde kan namelijk van plaats verschuiven.

Gebruik de volgende werkwijze vóór iedere voeding (samen met de verpleegkundige):

  • Controleer of de sonde goed is afgeplakt en de pleisters nog stevig vastzitten.
  • Controleer ook het vastgestelde aantal centimeters van de sonde.
  • Indien aan alle bovenstaande voorwaarden is voldaan kun je de (overgebleven) voeding geven.
  • Bij twijfel over het afplakken of de diepte van de sonde of bij spugen of andere tekenen zoals benauwdheid, hoesten of ongemak controleer je de sonde door middel van het optrekken van maagsap om de pH te bepalen.

PH is een maat voor de zuurgraad van een waterige oplossing. Door de zuurgraad van het maagsap te meten weet je of de sonde zich in de maag bevindt of niet.

Controleren van pH en kleur van het maagsap:

- Trek enkele druppels maagsap op.

- Draai de spuit van de maagsonde en druppel het maagsap op een pH strip.

- Is de pH kleiner of gelijk aan 5.5, dan ligt de sonde met zeer grote waarschijnlijkheid in de maag.

- De kleur van het maagsap is bij een goede ligging in de maag; (gebroken) wit, groen of bruin:

Opgetrokken vloeistof

Kenmerken

Maag

Helder of troebel, half verteerde voeding met ‘krullend’ aspect, kleurloos, wit (melkachtig) of gebroken wit, luchtbruin, grasgroen, bloederig of donkerbruin (bloed/maagsap)

Darm

Helder geel, donkergroen of kleurloos

Luchtwegen

Dik-vloeibaar, sputum bevattend, gebroken wit

Holte bij de longen (na perforatie)

Snotachtig lichtgeel, eventueel met bloed gemengd

Als je geen maagsap op kan trekken:

- Spuit enkele milliliters lucht in de maag en probeer het nog eens

- Schuif de maagsonde een klein stukje verder de neus in of trek de maagsonde juist een klein stukje terug.

- Zorg dat je kind op een (andere) zij gaat liggen.

- Wacht 15 tot 30 minuten.

- Probeer nogmaals maagsap op te trekken. N.B. Bij het optrekken van voeding uit de maagsonde, hoeft er geen pH gedaan te worden want dan zal de pH afwijkend (hoger) zijn, terwijl de sonde dan wel goed zit.

  • Bij twijfel altijd contact opnemen met de thuiszorg.
  1. Geven van sondevoeding

Hieronder vindt je de instructies voor het geven van sondevoeding:

  • Als de sonde de juiste positie heeft maak je het afsluitdopje van de sonde open en koppel je de 20 ml of 50 ml spuit aan de sonde. Haal eerst de stamper uit de spuit voordat je deze aansluit. Vul de spuit met de (overgebleven) lauwe voeding. De voeding zal door middel van de zwaartekracht in de maag van je kind lopen als je de spuit hoger dan je kind houdt. Dit wordt ook wel ‘hevelen’ van de sondevoeding genoemd.
  • Houd de spuit ongeveer 20 cm tot 30 cm hoger dan je kind. Hoe hoger de spuit, hoe sneller de voeding inloopt. De sondevoeding mag eventueel ook op de hand gegeven worden. De inlooptijd van een volledige voeding is ongeveer 15 tot 20 minuten
  • Soms gaat de voeding niet vanzelf hevelen door de zwaartekracht. Geef dan 1 of 2 keer een minimale druk met de stamper van de spuit. Tijdens het inlopen kun je je kind eventueel op schoot nemen of buidelen. Je kunt hem of haar ook op een fopspeen laten zuigen tijdens het inlopen van de voeding. Ouders kunnen besluiten om de spuit met een plakker op te hangen zodat ze beide handen vrij hebben. LET OP: Belangrijk hierbij is dat je jullie kind nooit zonder toezicht laat tijdens het inlopen van de sondevoeding!
  • Let bij het inlopen van de sondevoeding op signalen van het kind. Bij twijfel door wringen, onrust, spugen, hoesten of niet goed doorademen; stop de sondevoeding.
  • Spoel de sonde aan het eind van de sondevoeding of na het geven van medicijnen door met +- 2 milliliter lucht (of eventueel water).
  • Koppel de spuit af en doe het afsluitdopje op de sonde.
  • Voeden is een sociaal moment, knuffel je kind en geef aandacht tijdens en na het voeden, tenzij je kind slaapt.
  1. Thuiszorg

Indien u thuis sondevoeding gaat geven aan uw kind wordt de thuiszorg erbij betrokken. Bij hen kun je terecht voor vragen of onzekerheden rondom de sonde. Ook wanneer de sonde niet meer goed zit of de sonde eruit is neemt u contact op met de thuiszorg. Zij komen dan een nieuwe plaatsen.

  1. Contact met het ziekenhuis

De eerste dag thuis kan het kind door alle indrukken vermoeid raken waardoor het drinken weer iets minder gaat. Na deze eerste indrukken hopen we dat het kind thuis steeds beter gaat drinken of vergelijkbaar met het drinken tijdens de opname. De verpleegkundige zal een belafspraak met u inplannen in de eerste week na ontslag om de situatie te bespreken. De vermoeidheid kan meerdere oorzaken hebben. Het kan zijn dat het kind vermoeid raakt door het vele drinken en prematuriteit. In sommige gevallen kan vermoeidheid ook een vroeg teken zijn van ziek worden. Indien hier sprake van is, let dan extra goed op jullie kind. Denk hierbij aan voldoende plasluiers, temperatuur (36,5-37,5) en sufheid. Indien u het niet vertrouwd neem dan in de eerste week contact op met de afdeling. Na deze week kan er contact opgenomen worden met de verpleegkundig specialist.

  1. Aanvullende informatie

Mocht de sondevoeding onverwachts thuis toch langer duren, kijk dan eens naar onderstaande QR code voor de folder van Medisch Kindzorg Samenwerking (MKS) met aanvullende informatie over het geven van sondevoeding en een eventuele voedingspomp.  

Ook kan u de website bezoeken van Medische Kindzorg Samenwerking (MKS) over ouder-kind educatie (OKE).

Wilt u meer lezen over gezinssuites bij Amphia?

Ga naar afdeling Gezinssuites bij Amphia.

Label