Oh nee, IE...

We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.

Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!

Welkom bij Amphia
Patiënteninformatie

Zoeken

Kinderen met heupdysplasie
Aanmaakdatum: | Geüpdatet op

Kinderen met heupdysplasie

Voor de behandeling van heupdysplasie werkt Amphia samen met het Erasmus MC in Rotterdam.

U bent met uw kind op de polikliniek Orthopedie van ons ziekenhuis geweest omdat er een heupafwijking is gevonden. Een ander woord hiervoor is heupdysplasie.

Op deze pagina vindt u meer informatie over deze heupafwijking en de behandelmethode. U kunt zo de door de orthopeed gegeven informatie nog eens rustig nalezen.

Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de persoonlijke situatie van uw kind anders kan zijn dan hier is beschreven. Als dit bij uw kind het geval is, legt de specialist dit aan u uit.

Wat leest u in de verschillende hoofdstukken?

  • Hoofdstuk 1 Wat is heupdysplasie?
  • Hoofdstuk 2 De behandeling van heupdysplasie
  • Hoofdstuk 3 Praktische tips
  • Hoofdstuk 4 Informatie

Hoofdstuk 1
Heupdysplasie betekent letterlijk: slecht gevormde heup. De heupkom is niet diep genoeg gevormd, zodat de kop van de heup niet goed in de kom past. In ernstige gevallen kan dit leiden tot ontwrichting van de heup. Dit noemen we heupluxatie.

Hoe verloopt de behandeling?
De behandeling bestaat uit het spreiden van de heupjes, zodat de kop van de heup goed in de kom komt. De beentjes van uw kind worden in spreidstand gehouden met behulp van een heupspreider. Hierdoor wordt de heupkop in het centrum van de heupkom gebracht. Het gewricht wordt zo gestimuleerd om zich op de juiste wijze te ontwikkelen. Het dragen van de heupspreider is in principe 23 uur per dag noodzakelijk.

Hoe lang duurt de behandeling?
Dit is afhankelijk van de ernst van de afwijking. Meestal is de heupdysplasie genezen voordat uw kind gaat lopen. Een spreidbehandeling is zinvol tot de leeftijd van 1 jaar. Daarna is vervolgbehandeling afhankelijk van de resterende afwijking. Slechts in een klein aantal gevallen is (later) een operatie nodig. De orthopedisch chirurg legt u uit welke ingreep in dat geval nodig is.

Zijn er gevolgen voor de ontwikkeling?
De meeste kinderen komen de behandelperiode door zonder dat zij een achterstand oplopen. In een spreidbroek kan uw kind namelijk zitten, kruipen, draaien, staan en lopen.
Wél kan het even duren voor uw kind zijn beentjes helemaal kan strekken. Waggelen of mank lopen, vroeger typerend voor een kind met een niet behandelende heupafwijking, komt gelukkig bijna niet meer voor.

Hoofdstuk 2
De behandeling van heupdysplasie bestaat, zoals hierboven beschreven, uit het dragen van een heupspreider; een spreidbroek of Pavlikbandage. Dit gebeurt gewoon in de thuissituatie. Het spreidbroekje of de Pavlikbandage zorgt ervoor dat de beentjes gespreid worden en in spreidstand blijven.

Aanleggen van een heupspreider
Het is heel belangrijk dat u de heupspreider goed aanlegt om de juiste stand van de heup te krijgen. In het begin kan dit best lastig zijn. De gipsverbandmeester laat u zien hoe u dit doet tijdens uw eerste bezoek op de polikliniek of op de gipskamer. U krijgt meer uitleg en kunt natuurlijk uw vragen stellen. Ongeveer een week na dit bezoek komt u terug bij de gipsverbandmeester. De passing wordt gecontroleerd en u kunt natuurlijk uw vragen stellen.

Heeft u tussen deze afspraken of erna nog vragen? Neem dan gerust contact op met de gipsverbandmeester.

De heupspreider moet dag en nacht, dat wil zeggen 23 uur per dag, worden gedragen. Dit betekent dat de heupspreider alleen af mag bij het in bad doen en tijdens het verschonen.

Pavlikbandage
Het aanleggen van de Pavlikbandage vergt enige handigheid van u. Houd u bij het aanleggen rekening met de volgende punten:

1. Plaats de Pavlikbandage over een romper. Een shirt/trui en broek plaatst u over de Pavlikbandage. Zo blijft de Pavlikbandage zo schoon mogelijk.
2. Breng de borstband aan ter hoogte van de tepels, 2 vingers onder de oksels. Bandjes op de rug zijn gekruist. Haal de lus door de bandsluiting. Zorg dat deze zo los zit dat er net 4 vingers onder kunnen. Rugbandjes aan de voorkant vastmaken ter hoogte van markering.
3. Beenbandage: lus over de knie/voetje in de teenlus. Sok/maillot goed aantrekken. Plaats de beendelen zodanig, dat het rood gelabelde beendeel aan het rechter beentje zit (rood rechts, blauw links).
4. Zorg er bij het sluiten van klemmetjes voor dat er geen plooien zijn van de kleding. Trek de banden aan tot het streepje. Bij dikke kleding kunnen de banden iets losser. Controleer of de hiel goed in de bandage zit.
5. Trek de kleding in de knieholte goed recht. Bevestig daarna de bandage aan het buitenste/ achterste ringetje van de borstband. 

LET OP:

  • De gemarkeerde gespen mogen niet in stand veranderd worden. De borst- en buikband mogen aangepast worden aan de vorm van de dag.
  • Voor een schone luier kan de harp losgemaakt worden.
  • De instelling van de bandjes vanaf het borstbeen naar de beentjes bepaalt de 'bewegingsvrijheid'.
  • Doordat de beentjes worden opgetrokken, komt de heupkop beter in de heupkom te staan.
  • Gedurende de behandeling wordt de bandage regelmatig bijgesteld, totdat de vereiste spreidstand is bereikt.
  • Als de Pavlikbandage afgaat, is het de bedoeling dat uw kind de beentjes gewoon normaal beweegt. Houd dit in de gaten. Bij het te hoog optrekken van de bandage en bij ernstige heupdysplasie is het risico op een zenuwbeklemming groter. Beweegt uw kind de knietjes niet in de spreider, doe deze dan af en overleg met de gipsverbandmeester.

Toets op YouTube ‘aantrekken Pavlik bandage’ in voor enkele instructiefilmpjes over het aanleggen van de bandage.

Spreidbroek (Camp)
1. Til de billen/onderrug op met de vlakke hand, trek niet aan de beentjes en leg de spreidbeugel onder de onderrug.
2. De billen liggen gelijk met de onderkant van het kunststof rug gedeelte van de spreidbeugel.
3. Sluit eerst de manchet om het beentje waarvan de heupdysplasie het ernstigst is.

Leg van te voren het transparante kunststof lapje vlak over het been.
4. Let op dat de luier niet onder het dijbeen- manchet zit, duw de luier anders even terug.
5. Sluit het andere manchet en daarna de band om het buikje. De band geeft stabiliteit aan de beugel. Sluit de band ook weer niet te strak, wel zodanig dat er enkele vingers tussen kunnen).
6. Ondersteun uw kind met uw hand onder de billen. Op deze manier worden de beentjes niet afgekneld door de rand van de dijbeen- manchetten.

LET OP:

  • Tussen de knieholte en het beenmanchet moet een ruimte zijn van 1 duimbreedte. Dit om drukplekjes in de knie te voorkomen.
  • Voor het verschonen van een luier hoeft de spreidbroek niet af. U kunt de luier gewoon aan doen. Let wel goed op want luierlekkage komt iets vaker voor.

Mogelijke problemen en complicaties

  • Wennen: Uw kind kan de eerste dagen (nachten) wat huilerig zijn omdat het minder kan bewegen en moet wennen aan het heupspreider. Dit duurt meestal niet langer dan een paar dagen. Als dit slapeloze nachten veroorzaakt bij uw kind, dan mag u de spreider ’s nachts enkele uren uitdoen. Ervaring heeft wel geleerd dat uw kind het snelste went als u even doorzet. Bij de Campspreider is het verstandig om eerst overdag te wennen en na een tot twee dagen hem ook in de nacht aan te doen.
  • Pijn: Uw kind mag niet zoveel pijn hebben dat het onophoudelijk hard huilt. Twijfelt u of uw kind pijn heeft, til hem of haar dan even op, vaak wordt een kind dan direct rustig. In dat geval is het zelden zo dat uw kind last heeft van de spreider of van de heup.
  • Beweeglijkheid: De beweeglijkheid van de beentjes van een kindje met een heupspreider moet goed blijven! Vaak houdt een kind de eerste week nadat de spreider is aangelegd het aangedane beentje wat stiller dan het andere. Dit is geen probleem. De weken daarna moet dit echter verdwijnen en hoort uw kindje weer beide beentjes op dezelfde manier te gaan gebruiken. Wel moet uw kindje beide knietjes altijd kunnen strekken! Als dit bij uw kind niet goed gaat, neem dan contact op met de gipskamer. In de beginfase kan het lijken alsof het linker- of rechterbeen niet geheel symmetrisch in de spreidbroek zit.
    ​Dat kan kloppen. Er kan een verschil zijn in de ontwikkeling en/of de beweeglijkheid van de heupen. Na een aantal weken wordt dit verschil steeds kleiner en worden de bewegingen in beide heupen soepeler.

LET OP: Als het u opvalt dat één of beide benen minder of niet meer word(t)en bewogen, mag u de heupspreider afdoen. Een zenuw bij de heup staat dan op rek. Door de behandeling met de heupspreider korte tijd te stoppen (denkt u hierbij aan enkele uren), krijgt de zenuw de tijd om te herstellen.

Complicaties
Een bekende en vervelende complicatie bij elke behandeling van een heupdysplasie of heupluxatie, is het verstoord raken van de doorbloeding van het heupkopje. Dit kan ontstaan tijdens het dragen van een heupspreider en ook na een heupoperatie. Door de stoornis in de doorbloeding kan de groei van de kop stoppen.

Er ontstaat dan een afwijkende, niet mooi ronde kop. Deze geeft mogelijk een minder goede beweeglijkheid in de kom. Ook is hierdoor een grotere kans op slijtage in het heupgewricht. Bij kleine kinderen kan dit vaak weer (gedeeltelijk) herstellen, maar het is beter om dit te voorkomen. Een van de eerste kenmerken van een stoornis in de doorbloeding is pijn, waardoor uw kindje onophoudelijk hard huilt. Gelukkig zien we deze complicatie maar zelden.

Wanneer neemt u direct contact op?

  • Als uw kindje onophoudelijk hard blijft huilen;
  • Als het u opvalt dat één of beide benen minder of niet meer word(t)en bewogen.

Praktische tips
Hoofdstuk 3

Natuurlijk is de juiste behandeling van uw kind een belangrijke zaak, maar de verzorging van uw kind in een heupspreider is niet minder belangrijk. Het is wennen als uw kind een heupspreider moet gaan dragen, zowel voor uzelf als voor het kind. Daarom geven we u in deze rubriek tips en aanwijzingen over de verzorging.

Wassen van de heupspreider
De Pavlikbandage kan met de hand gewassen worden. Veel ouders willen graag een tweede spreidbroek om hygiënische redenen. Helaas vergoedt de zorgverzekering dit niet. Wanneer de Campspreider vies is kunt u deze gewoon schoon maken met water en zeep. Ook alcohol of eau de cologne zijn goede schoonmaakmiddelen. Soms vinden ouders extra spreiders op Marktplaats of via de besloten facebook groep van Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling. Het tweede setjes kan ook besteld worden bij ''Lomed Nederland''.

Voeden
Het is even zoeken naar een goede houding om uw kind in een heupspreider te voeden. Let er in ieder geval op dat de beentjes goed gespreid blijven. Ook het geven van borstvoeding is heel goed mogelijk.
U kunt de volgende manieren proberen:

  • Naast uw baby gaan liggen (op bed);
  • Het hoofdje/lijfje van de baby op uw onderarm, de beentjes op een kussen naast uw zij;
  • Met een kussen op schoot.
  • Neem wat meer de tijd om uw kind een boertje of windje te laten doen, want door de gespreide stand van de beentjes kan het daarmee wat meer moeite hebben.
  • Zo nodig kunt u advies vragen bij de wijkverpleegkundige.
  • Meer informatie vindt u op de website van de Samenwerkende Borstvoedings Organisaties.

Verschonen
Luierlekkage komt door de spreidstand van de beentjes vaker voor dan normaal, daarom moet u misschien iets vaker verschonen.

LET OP:
Trek uw kindje bij een luierwisseling niet bij de voetjes omhoog. De heupjes worden hierdoor te veel gestrekt, wat een verergering van de afwijking tot gevolg kan hebben. Dit geldt ook voor het strekken van de beentjes, bijvoorbeeld om te meten hoe lang uw kind is. Optillen voor verschonen kan het best door een hand onder de onderrug van uw kind te schuiven en het zo op te tillen.

Een enkele keer komt het voor dat er smetplekjes ontstaan bij de knieholtes, als de beentjes door het spreidmiddel dicht tegen de billen zijn opgetrokken. U kunt deze dun insmeren met zinkzalf of Bepanthen zalf. Als u om de knietjes een stukje buistricot schuift, krijgen smetplekjes minder kans. Dit buistricot is verkrijgbaar bij de gipskamer van het ziekenhuis en is niet te koop bij de apotheek. Desgewenst kunt u ook zelf een 'buis' maken van heel dun glad katoenen tricot. Schuif de naad dan naar de buitenkant van de knie.

Kleding

  • Meestal kan onder het heupspreider dunne kleding worden gedragen, zoals een aaneengesloten kruippakje, een luierpakje of een (katoenen) maillootje. Over de spreider heen kan nog wijde soepele, liefst katoenen, kleding worden gedragen.
  • Om te voorkomen dat uw kind de klittenbandsluitingen van de spreidbeugel lostrekt, is het dragen van pyjama's of joggingpakjes heel handig. Ook broekjes met een binnenbeensluiting zijn heel praktisch.
  • Voor oudere kinderen die niet meer in de babymaten passen, is het vrij eenvoudig om zelf passende broekjes te maken. Koop daarvoor tricotbroekjes van twee maten groter, torn de naden los en bevestig er drukkertjes langs.
  • Soms is het door de langdurige spreidstand moeilijk om de beentjes bij elkaar te krijgen voor het aantrekken van kleding.
    In dat geval is het handig om in een maillot knoopsgatelastiek aan te brengen om een wijde instap mogelijk te maken.
  • Bij warm weer kunnen de kunststof dijbeenmanchetten gaan broeien. Om huidirritatie te voorkomen kunt u er een ‘buis’ van tricotstof om heen doen. Buistricot is verkrijgbaar op de gipskamer. Het is ook handig om afgeknipte boorden van badstofsokken hiervoor te gaan gebruiken.

Slapen
Bij het slapen zoekt elk kind naar een gemakkelijke lighouding. Het kan zijn dat het scheef gaat liggen, zodat het aangedane beentje in de beugel meer gestrekt ligt dan de bedoeling is. Als je dit ziet, probeer dan de beugel aan te schuiven, zodat weer een optimale spreidstand wordt bereikt. Anders blijft het gewenste effect van het dragen van de spreidbeugel uit en kan de behandeling langer duren. Ook kan het helpen een handdoek of kussen onder de andere kant te leggen, zodat het aangedane been gemakkelijker met de zwaartekracht naar buiten valt. 
Controleer bij het slapen ook of de beentjes niet worden afgekneld door de kokers. U kunt dit verhelpen door handdoekrolletjes onder de onderbeentjes te leggen.

Vervoer
Belangrijk: Zorg dat bij elke houding van uw kind, in welke situatie dan ook, dat de benen voldoende ruimte hebben om te spreiden.

  • Er zijn autostoeltjes te koop waarbij de zijkanten gedeeltelijk kunnen worden weggeklapt. Heeft u al een goede autostoel? Dan kunt u deze opvullen met een kussen. Uw kind komt zo hoger te zitten en de beentjes kunnen over de zijkant. Het is wel belangrijk om hierbij een tuigje of driepuntsgordel te gebruiken.
  • Op de fiets is het raadzaam om een fietszitje met open zijkanten te gebruiken. Het is verstandig om uw kind een tuigje om te doen, omdat het makkelijk voorover kan vallen.
  • De wandelwagen moet een soepele zijkant hebben of een buggy met naar voren uitstekende zitting. Eventueel kunt u ook deze met kussentjes op de zitting of achter in de rug verhogen zodat de beentjes over de zijkant kunnen.
  • Het gebruik van een rugzitje of draagzak is aan te bevelen. De beentjes worden dan vanzelf gespreid. In het geval van een draagdoek zijn alleen de modellen toegestaan waarbij uw kind in de kikkerhouding wordt ondersteund.
  • Er is een Maxi-Cosi ontwikkeld speciaal voor kinderen die behandeld worden in een spreidbroek, de Maxi-Cosi Opal HD. Met dit autostoeltje kan uw kind veilig (in achterwaartse positie) reizen, ook met gespreide benen. Deze aangepaste Maxi-Cosi Opal HD is niet te koop, maar u kunt deze voor de duur van de behandeling huren via de ‘heupdysplasie service van Maxi-Cosi’ of de ‘Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling’.

Oefeningen
Deze oefeningetjes zijn nodig om de hoofd- en rompspieren normaal verder te laten ontwikkelen.

  • Laat uw kind regelmatig het hoofdje bewegen door bijvoorbeeld uw hand met speelgoed te laten volgen.
  • Leg het kind op de buik op de grond, zonodig met een handdoek onder de buik
  • Leg het kind op de buik op uw bovenbeen
  • Neem het kind rechtop uw schoot
  • Een draagdoek is ook mogelijk

Hoofdstuk 4: Informatie

  • YouTube: ‘Pavlik harness tips’
  • YouTube: ‘Aantrekken Pavlik bandage’
  • Vereniging van Draagdoekconsulenten
  • Samenwerkende Borstvoedings Organisaties
  • ‘Kiek Hip Wear’, voor kinderen met spreidbroek of gipsbroek door heupdysplasie

Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling. De Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling is een kleine, actieve patiëntenvereniging. Zij bundelen de krachten van ongeveer 500 ouders van kinderen, tieners en volwassenen met een heupafwijking. Ze geven informatie, organiseren bijeenkomsten, brengen mensen met elkaar in contact, behartigen uw belangen en leveren praktische service en diensten, zoals de verhuur van draagzakken en autostoeltjes. De vereniging is door de overheid erkend en is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Goede informatie en persoonlijke betrokkenheid staan bij hun hoog in het vaandel. De Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling geeft verschillende brochures uit over heupdysplasie en heupluxatie.

Heeft u vragen?
U kunt tijdens kantooruren altijd contact opnemen met de gipsverbandmeester of de behandelend orthopedisch chirurg.

  • Gipskamer: (076) 595 4069
  • In de avond- en nachturen en in het weekend neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp: SEH locatie Molengracht: (076) 595 40 47
  • ​Polikliniek Orthopedie: (076) 595 30 80

Label