Wat is een curettage?
Bij een curettage wordt het slijmvlies binnen in de baarmoeder afgeschraapt met een soort scherpe lepel, een curette. De verkregen stukjes weefsel worden in een laboratorium onder de microscoop bekeken op eventuele afwijkingen.
Waarom een curettage?
De belangrijkste redenen voor het verrichten van een curettage kunnen zijn:
- Abnormaal bloedverlies bij menstruatie
- Abnormaal bloedverlies na geslachtsgemeenschap
- Bloedverlies tussen twee menstruaties
- Bloedverlies tijdens of na de overgang
- Abnormaal bloedverlies na een bevalling
- Onvruchtbaarheid · Miskraam · Abortus
Wat kunt u verwachten?
Een curettage is een eenvoudige ingreep. Een lichte narcose zorgt ervoor dat u niets van de behandeling voelt. De curettage zelf duurt ca. 10 minuten. U verblijft daarna ongeveer een uur op de uitslaapkamer.
Narcose
Bij een algehele verdoving wordt uw hele lichaam verdoofd en bent u tijdelijk buiten bewustzijn. Via een infuus in uw arm, spuit de anesthesioloog de narcosemiddelen in. Dit kan even een koud of pijnlijk gevoel geven, maar binnen een halve minuut valt u in een diepe slaap. Na de ingreep kunt u last hebben van:
- Slaperigheid. U kunt zich slaperig voelen en af en toe wegdommelen.
- U kunt misselijk zijn en u moet misschien overgeven. De verpleegkundigen weten precies wat ze u hier tegen mogen geven. Vraag er gerust om.
Hoe bereidt u zich voor?
Het is heel belangrijk dat u tijdens de ingreep 'nuchter' bent. Dit verkleint de kans dat u gaat braken tijdens en na de ingreep. De ingreep gaat niet door als u niet nuchter bent. U moet uw eigen medicijnen 's ochtends gewoon innemen met een slokje water, tenzij anders is afgesproken.
Gebruikt u bloedverdunners?
Als u bloedverdunner (antistollingsmedicatie) gebruikt, meld dit dan aan uw behandelend arts. Hij/zij bespreekt met u of en wanneer u moet stoppen met deze medicijnen.
Trombose
Om de kans op trombose (ongewenst bloedstolsel in een bloedvat) te verlagen krijgt u in sommige gevallen gedurende en/of na de opname een spuitje met bloedverdunner toegediend die de stolling van het bloed vermindert of vertraagt. Indien dit voor u van toepassing is zal uw behandelend arts dit met u bespreken.
Wordt u 's ochtends geopereerd?
Als u vóór 13.00 uur wordt geopereerd, dan is tot middernacht (24.00 uur) voor de ingreep vast voedsel toegestaan. U mag heldere drank drinken tot 6.00 uur in de ochtend.
Wordt u 's middags geopereerd?
Als u na 13.00 wordt geopereerd, dan is vast voedsel is tot middernacht toegestaan. Tot 7.00 uur mag u een licht ontbijt nuttigen en tot 10.00 uur mag u heldere drank drinken.
Een licht ontbijt = 1 of 2 beschuit(en) of toast, eventueel licht besmeerd met boter en zoet beleg. Koffie, thee of melkproducten.
Heldere drank = koffie zonder melk, thee zonder melk, frisdrank zonder CO2, helder vruchtensap zonder vruchtvleesdeeltjes (bijvoorbeeld appelsap, druivensap), water, ranja.
Heldere dranken zijn niet: melk en melkproducten, pap, ondoorzichtig vruchtensap of met vruchtvleesdeeltjes, thee of koffie met melk, drinkyoghurt met fruitsmaak, drinkontbijt, fruitontbijt etc.
Na de ingreep
- Sommige vrouwen hebben na de ingreep vervelende menstruatieachtige buikkrampen. De krampen zijn normaal, u hoeft zich er geen zorgen over te maken. U kunt aan de verpleegkundige medicijnen vragen om de pijn te verlichten.
- De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, pols en het vloeien. Veel dagelijkse activiteiten mag u in principe direct weer verrichten. In eerste instantie zal de verpleegkundige u hierbij wel ondersteunen. Bijvoorbeeld bij het lopen. Het infuus verwijdert de verpleegkundige als blijkt dat u geen problemen heeft met eten en drinken.
- Wanneer kunt u weer naar huis? Als het eten en drinken goed gaat, en u geürineerd heeft en u geen abnormaal bloedverlies heeft. Meestal is dit 2 uur nadat u op de afdeling terug bent. Van de verpleegkundige krijgt u een aantal adviezen voor thuis. De gynaecoloog zal met u bespreken hoe de ingreep is verlopen. Tevens krijgt u een brief mee voor uw huisarts.
Controle door de gynaecoloog is niet nodig tenzij uw arts dit aan geeft. Als de uitslag van het weefselonderzoek afwijkend is, zal de gynaecoloog contact met u opnemen.
Weer thuis...
- We adviseren u niet zelf naar huis te rijden, zorg ervoor dat iemand u komt ophalen.
- U kunt na de operatie nog een week blijven vloeien, soms iets langer.
- Hoe vermindert u het risico op een ontsteking?
In de eerste week:
- gebruikt u geen tampons;
- gaat u niet in bad, douchen mag wel;
- heeft u geen geslachtsgemeenschap.
- Ongeveer een week na het laatste bloedverlies kunt u weer geslachtsgemeenschap hebben.
- Meestal komt de eerste menstruatie weer normaal op gang na vier tot zes weken.
Mogelijke complicaties
- Als u gezond bent, is een curettage een ingreep met een zeer klein risico op complicaties.
- Een zeldzaam voorkomende complicatie is het syndroom van Asherman: hierbij ontstaan verklevingen aan de binnenzijde van de baarmoeder. De gynaecoloog moet deze door middel van een operatie weghalen.
- Een enkele keer komt een perforatie voor: het dunne slangetje of de curette gaat dan per ongeluk door de wand van de baarmoeder heen. Meestal heeft dit geen gevolgen, maar soms adviseert de gynaecoloog extra observatie in het ziekenhuis.
- Een laatste complicatie is een incomplete curettage, waarbij een rest van een miskraam achterblijft. De rest van het zwangerschapsweefsel kan alsnog spontaan naar buiten komen. Soms is medicatie of een tweede curettage noodzakelijk.
Wanneer moet u contact opnemen met ziekenhuis?
Als één van de volgende verschijnselen optreedt:
- Koorts; temperatuur hoger dan 38° C;
- Als de pijn langer duurt dan twee dagen;
- Hevige pijn, dit is niet normaal;
- Buitensporig of langdurig bloedverlies. Hiermee bedoelen we continu flink bloedverlies of het verlies van grote stolsels.
Tijdens kantoortijden belt u naar de polikliniek
Gynaecologie:
- (076) 595 10 03.
Bij bijzonderheden belt u naar de polikliniek
Gynaecologie:
- (076) 595 27 25.