Deze informatie is voor familie en naasten van patiënten op de IC van Amphia.
Inleiding
U heeft een familielid of naaste, bij wie het noodzakelijk is een beademingsmachine te gebruiken. Aan mensen bij wie langduriger beademing nodig is, wordt een tracheostoma gegeven.
In deze folder kunt u lezen wat een tracheostoma is. Daarnaast ontvangt u van de verpleegkundige en de arts, mondelinge informatie over de behandeling. De inhoud van deze folder sluit aan op de informatie die gegeven wordt in de folder 'De beademingspatiënt'. Daarom bevelen wij u aan eerst die folder te lezen.
Wat is een tracheostoma?
Het tracheostoma is een kunstmatige verbinding tussen luchtpijp en buitenlucht en heeft tot doel, de patiënt te kunnen beademen met behulp van een beademingsmachine. De verbinding tussen luchtpijp en buitenlucht komt tot stand, door via de hals een opening in de luchtpijp te maken; de zogenaamde tracheotomie. Voor het maken van deze opening is een kleine operatie nodig, waarvoor mogelijk narcose gegeven wordt. De ingreep kan zowel op de IC-unit als op de operatiekamer plaatsvinden. Door de opening wordt een klein plastic buisje - de tracheacanule - in de luchtpijp geschoven. De tracheacanule wordt via een slangensysteem verbonden met de beademingsmachine.
Direct na de ingreep kan er wat bloed meekomen bij het ophoesten. Dit is niet verontrustend. Daarnaast kan de tracheacanule, de eerste paar dagen, irriteren of pijnlijk aanvoelen in de hals. Door de ingreep ontstaat een wondje, dat regelmatig verzorgd wordt.
De tracheacanule is een alternatief voor een tube (tjoep) door de mond of neus en is over het algemeen minder belastend voor de patiënt, omdat:
- er minder irritaties in de mond of de neus zijn en minder irritaties in de keel;
- de mondverzorging beter mogelijk is;
- de ademweg korter is waardoor het ophoesten van slijm minder moeilijk is voor de patiënt;
- het zelfstandig ademen aan de beademings machine vergemakkelijkt wordt;
- wanneer de algehele toestand het toelaat, het voor de patiënt soms mogelijk is te gaan eten en drinken.
In de fase van ontwenning van de beademingsmachine bestaat de mogelijkheid tot het geven van een spraakcanule. Met deze canule is ademen via de normale ademweg mogelijk. Hierdoor kan de patiënt ook praten.
Herstel van de normale ademweg
De periode waarin de patiënt weer onafhankelijk van de beademingsmachine gaat ademen is voor elke patiënt anders. Er is geen tijdsduur voor aan te geven. Wanneer de patiënt zonder beademingsmachine kan ademen wordt de tracheacanule verwijderd. De opening in de hals wordt afgeplakt, zodat de ademhaling via de normale weg verloopt. De opening zal vrij snel dichtgroeien. In de hals blijft een klein litteken achter.
Vragen?
Wij helpen u graag. U kunt contact opnemen met de assistent of uw behandelend specialist.