Binnenkort komt u met uw kind naar Amphia voor een inwendig onderzoek van de dikke darm. Het onderzoek gebeurt onder narcose, zodat uw kind geen pijn of ongemak heeft. De voorbereiding kan wel vervelend zijn voor uw kind, daarom is het belangrijk dat u en uw kind goed zijn voorbereid op de opname. In deze folder leest u hoe de dag van de opname eruit ziet, hoe het onderzoek verloopt en wat u uw kind kunt vertellen.
Onbekend kan heel eng zijn
Wanneer een kind een onderzoek of een behandeling in het ziekenhuis moet ondergaan, wint angst het vaak van de normale nieuwsgierigheid. Het is van belang dat u uw kind zo goed mogelijk vertelt wat er gaat gebeuren. Hiermee zorgt u ervoor dat eventuele angst voor het onbekende geen kans krijgt of in elk geval vermindert. Zo geeft u uw kind de mogelijkheid zich voor te bereiden op dat wat komen gaat.
Doel van het onderzoek
De arts probeert te ontdekken waardoor de klachten van uw kind zijn ontstaan. Dit doet hij door naar de dikke darm te kijken met behulp van een flexibele slang (coloscoop) waar licht door naar binnen schijnt. Bij een herhalingsonderzoek kan de arts zien of de toestand van de dikke darm is verbeterd.
Specifieke voorbereiding
De darmen moeten voor het onderzoek vrij zijn van ontlasting, in het bijzonder de dikke darm. Twee dagen voorafgaand aan het onderzoek begint uw kind met een licht verteerbaar/vezelarm dieet. Een dag voor het onderzoek mag uw kind nog een licht verteerbaar ontbijt nemen, daarna alleen nog heldere vloeistoffen drinken. Uw kind start dan met het drinken van een laxeermiddel in combinatie met heldere dranken zoals voorgeschreven. Gedurende deze gehele dag mag uw kind alleen nog maar heldere vloeistoffen drinken.
De dag van het onderzoek
Uw kind wordt in de ochtend opgenomen op de dagbehandeling. Wanneer het nodig is, krijgt uw kind ’s ochtends nog een klysma om de laatste restjes ontlasting weg te spoelen. De verpleegkundige brengt u en uw kind naar de wachtruimte van het operatiecomplex. Wanneer uw kind aan de beurt is, haalt de anesthesist uw kind op om het onder narcose te brengen. Er mag één ouder of verzorger bij uw kind blijven tot de anesthesioloog uw kind onder narcose heeft gebracht. Ook in de uitslaapkamer mag één ouder of verzorger aanwezig zijn. Het onderzoek zelf duurt ongeveer een half uur, maar met de narcose meegeteld kan het soms wel een uur tot anderhalf uur duren, voordat u uw kind weer kunt zien. Zeker als dit onderzoek in combinatie met een gastroscopie wordt verricht. Na afloop van het onderzoek wordt uw kind naar de uitslaapkamer gebracht, de verpleegkundige brengt u daar naar toe. De anesthesisioloog bepaalt wanneer uw kind weer naar de afdeling wordt gebracht.
Na toestemming van de verpleegkundige mag uw kind weer eten en drinken, waar hij of zij zin in heeft. Het is mogelijk dat uw kind misselijk is, een opgeblazen gevoel heeft of krampen in de buik heeft. Spoor uw kind aan om windjes te laten, dat kan wat verlichting geven. Later op de dag komt de kinderarts MDL of verpleegkundig specialist kinder MDL kijken hoe het met uw kind gaat. Na toestemming van hem/haar mag uw kind weer mee naar huis.
Het onderzoek
De kinderarts MDL bekijkt de dikke darm en het slijmvlies met behulp van een flexibele slang (coloscoop) waardoor licht in de darmen schijnt. Via deze slang worden ook hele kleine stukjes slijmvlies (biopten) weggenomen voor microscopisch onderzoek. Tijdens het onderzoek ligt uw kind op de zij op de onderzoekstafel. De scoop wordt via de anus naar binnen geschoven om de dikke darm te kunnen bekijken op een scherm. Tijdens het onderzoek blaast de arts lucht in de slang om de darm te laten ontplooien en de slang hoger in de darm te laten schuiven. Dit kan een opgeblazen gevoel geven en krampen in de buik veroorzaken.
Nazorg
Uw kind kan zich na het onderzoek nog een beetje naar voelen. Door het wegnemen van stukjes slijmvlies kunnen er bij de eerste ontlasting bloedspoortjes zitten. Daar hoeft u zich geen zorgen om te maken. Als het meer wordt en u maakt zich ongerust, belt u dan met het ziekenhuis en meldt dit aan de arts die het onderzoek verrichtte of aan de dienstdoende kinderarts. In verband met controle van de eerste ontlasting is het beter uw kind geen producten te geven die de ontlasting rood kleuren, zoals bietjes. Wij raden u aan de eerste warme maaltijd licht en vetarm te houden.
De uitslag
Na het onderzoek vertelt de kinderarts MDL of verpleegkundig specialist kinder MDL u wat hij/zij heeft gezien. Om de verdere uitslag van het onderzoek met u te bespreken krijgt u een telefonische afspraak.
U kunt uw kind vertellen dat:
- hij/zij de dag voor het onderzoek heel veel laxeermiddel moet drinken.
- hij/zij de dag voor het onderzoek tot na het onderzoek niks meer mag eten, alleen heldere vloeistoffen mag drinken;
- de verpleegkundige hem of haar voor het onderzoek een klysma geeft om de darmen schoon te spoelen;
- de arts hem of haar in een speciale slaap brengt en dat het daarom 2 uur voorafgaand aan het onderzoek niks meer mag drinken;
- de speciale slaap ervoor zorgt dat hij/zij niets van het onderzoek merkt;
- hij of zij na het onderzoek krampen of een opgeblazen gevoel in de buik kan hebben;
- het helpt om na het onderzoek windjes te laten;
- hij/zij na het onderzoek weer gewoon mag eten en drinken;
- het niet erg is als er een klein beetje bloed bij de ontlasting zit;
- hij/zij aan het einde van de ochtend/begin van de middag weer mee naar huis mag.
Tot slot
Een coloscopie is natuurlijk helemaal niet leuk. Wij doen ons best uw kind op zijn of haar gemak te stellen en proberen het onderzoek zo kort mogelijk te laten duren.
Nog vragen?
Wanneer u nog vragen heeft over het onderzoek, aarzelt u dan niet deze aan ons voor te leggen. U kunt ons bellen op het telefoonnummer van de polikliniek Kindergeneeskunde (076) 595 10 12.