1. Inleiding
U bent bij de keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) onder behandeling, omdat u last heeft van uw stembanden. Van uw arts hoorde u wat de aandoening inhoudt en wat er aan te doen is. In deze folder leest u de belangrijkste informatie nog eens na. Bewaar na het lezen deze folder goed. Er staat belangrijke informatie in over de operatie en bevat adviezen die na de ingreep van belang zijn.
2. Stemgeluid
2.1 Hoe belangrijk is spreken?
Spreken is bij mensen het meest gebruikte communicatiemiddel. In veel beroepen gebruiken mensen vaak hun stem, bijvoorbeeld in het onderwijs en in de verkoop. Bij stemproblemen bent u belemmerd in uw spreken en mogelijk dus in uw functioneren. Als u spreekt, geeft u behalve de inhoud van uw woorden ook informatie over emoties. U kunt bijvoorbeeld dezelfde zin koel en afstandelijk of warm en hartelijk uitspreken. Een afwijkend stemgeluid kan daarom een verkeerde indruk van uw stemming geven.
2.2 Hoe maakt u geluid?
Geluid ontstaat in het strottenhoofd (de adamsappel is hier een onderdeel van). Dit is een verbinding tussen de luchtpijp en de keelholte. In het strottenhoofd liggen de stembanden: twee plooien met spieren die ze naar elkaar brengen en zo de luchtpijp afsluiten. Uitgeademde lucht brengt tegen elkaar liggende stembanden in trilling. Dit vormt het geluid dat u hoort. Door verandering van de spanning in de stembanden wijzigt de toonhoogte van het geluid. Ook dit gebeurt door spierbewegingen. Bij het spreken gebruikt u niet alleen het strottenhoofd. Door bewegingen van lippen, tong, gehemelte en keel verandert het stemgeluid in verschillende klanken.
2.3 Gevolgen van verkeerd stemgebruik
In enkele gevallen kan verkeerd stemgebruik leiden tot het ontstaan van afwijkingen van de stembanden, zoals stembandknobbels (zie de uitleg verderop bij ‘stemstoornissen’). De knobbels ontstaan door een verkeerd gebruik van de stem. Bij aanpassing verdwijnen de knobbels vanzelf. Vaak is hierbij wel logopedische hulp nodig.
Is het resultaat onvoldoende, dan kunt u het advies krijgen om de stembandknobbels operatief te laten verwijderen. Na een dergelijke operatie volgt vaak weer een periode met logopedie.
3. Stemproblemen
3.1 Wat kunt u zelf doen bij stemproblemen?
Er zijn dingen die u zelf kunt doen om uw stem te verbeteren en/of om erger te voorkomen:
- Niet roken. Roken is altijd slecht voor de stembanden.
- Door uw neus ademen en voldoende water of ander vocht drinken. Als uw slijmvlies uitdroogt, is het kwetsbaar.
- De stem niet forceren als u flink verkouden bent.
- Niet kuchen, schrapen, fluisteren en schreeuwen, want dat is slecht voor de stembanden.
- Spreek rustig. Als u te gehaast spreekt heeft u geen tijd om uw stembanden op de juiste manier te gebruiken.
3.2 Stemstoornissen
Als u een aandoening aan de stembanden heeft, dan beïnvloedt dit de trilling van de stembanden en dus het geluid dat u maakt. In het algemeen uit dit zich in een vorm van heesheid of schorheid.
Ontsteking
De meest voorkomende aandoening is een ontsteking. Iedereen is wel eens hees bij een verkoudheid. Vaak komt dit door een virus en geneest dit vanzelf. Dit gaat vaak ook op voor een bacteriële infectie.
Bij ernstige of chronische infecties is soms het voorschrijven van medicijnen noodzakelijk. Eventueel zal gezocht worden naar de infectiebron, bijvoorbeeld in de neusbijholten.
Irritatie
Geïrriteerde stembanden zijn soms het gevolg van:
- stemmisbruik;
- blootstelling aan irriterende gassen/dampen;
- roken;
- een allergie (in een enkel geval).
Verlamming
Ook als de stembanden door een verlamming niet goed bij elkaar kunnen komen, klinkt de stem hees. Soms geneest een stembandverlamming. Dit is afhankelijk van de oorzaak, die de arts eerst opspoort. Als er geen herstel plaatsvindt, kan logopedische oefentherapie de stem vaak verbeteren. Zo nodig vindt een operatie plaats.
Goedaardige zwellingen
Aan stembanden kunnen goedaardige zwellingen ontstaan. De stem is dan vaak te verbeteren door de zwelling te verwijderen, vaak betreft het een goedaardige stembandpoliep. De ingreep gebeurt onder narcose. Soms is er geen afwijking aan uw stembanden, terwijl u wel stemproblemen heeft.
Vaak komt dit door onjuist stemgebruik. Soms sluiten de stembanden niet goed na een stembandinfectie, bijvoorbeeld omdat de stembanden werden 'ontzien' tijdens de infectie. Andere mensen sluiten door de infectie hun stembanden juist veel te krachtig en forceren de stem.
Andere (of niet gevonden) oorzaken
Lichamelijke conditie kan een rol spelen bij stemproblemen. Bij vermoeidheid gebruikt u de stem misschien niet krachtig genoeg. Ook emoties kunnen ook een oorzaak van verkeerd stemgebruik zijn, ze zorgen bijvoorbeeld voor een te hoge spierspanning. Vaak is er geen duidelijke oorzaak. De KNO-arts onderzoekt of u uw stembanden verkeerd gebruikt. Soms is hiervoor nader onderzoek met een stroboscoop nodig.
Dit apparaat produceert flitslicht, dat de stembandtrilling zichtbaar maakt. Het is mogelijk, dat u na het onderzoek een verwijzing krijgt naar een logopedist. Deze leert u uw stem beter te gebruiken, onder meer door oefeningen. Uiteraard kost dit enige tijd en dus geduld en moeite.
4. Opname
4.1 Wachttijd en opnamelocatie
Als het resultaat van logopedische hulp onvoldoende is, kan de KNO-arts u adviseren een operatie te ondergaan. De wachttijd voor de meeste operaties is twee weken. Van de medewerker van de afdeling Opname hoort u wanneer en op welke locatie de operatie plaatsvindt. U krijgt een telefoontje om deze datum te bevestigen. Op de dag van opname meldt u zich op de afgesproken locatie bij de receptie in de hal van het ziekenhuis.
4.2 Antistolling
1. Antistolling rond ingrepen: Gebruikt u bloedverdunners? Als u bloedverdunners (antistollingsmedicatie) gebruikt, meld dit dan aan uw behandelend arts. Hij/zij bespreekt met u of en wanneer u moet stoppen met deze medicatie.
2. Tromboseprofylaxe: Om de kans op trombose (ongewenst bloedstolsel in een bloedvat) te verlagen krijgt u in sommige gevallen gedurende en/of na de opname een spuitje met bloedverdunner toegediend die de stolling van het bloed vermindert of vertraagt. Indien dit voor u van toepassing is zal uw behandelend arts dit met u bespreken.
4.3 Nuchter zijn
Voor de operatie moet u nuchter zijn. In de folder ‘Anesthesie (verdoving) en pijnbestrijding tijdens en na uw operatie’ leest u hier meer over. U ontvangt de folder op het Voorbereidingsplein.
4.4 De operatie
Bij een stembandoperatie verwijdert de arts de poliepen, knobbeltjes of het vochthoudende weefsel. Bij deze operatie wordt een buis in de mond geplaatst richting de stembanden.
4.5 Niet opereren bij koorts
Als u vlak voor de operatie koorts heeft (meer dan 38,5°C) dan dient u contact op te nemen met de polikliniek KNO.
5. Na de operatie
5.1 Complicaties
Bij iedere operatie, ook een stembandoperatie, is er sprake van enig risico. Er kan bijvoorbeeld een infectie optreden of een onverwachte bloeding. Dergelijke complicaties zijn goed behandelbaar. Patiënten met een eigen gebit lopen een klein risico dat bij het plaatsen de buis, waardoor de KNO-arts de operatie uitvoert, tanden beschadigen. Als een of meer van de voortanden los zitten, is het verstandig dit vooraf aan de KNO-arts te melden. Patiënten met een kunstgebit hebben hier geen last van. In de praktijk zijn complicaties bij een stembandoperatie zeer zeldzaam.
5.2 Resultaten
Na de ingreep, stemsparende maatregelen (zie 5.3 ‘Weer thuis’) en eventueel logopedie komt u op poliklinische controle waarbij de stem en stembanden opnieuw worden beoordeeld.
5.3 Weer thuis
Na de operatie neemt u de volgende stembandsparende maatregelen in acht:
- Twee tot vijf dagen niet spreken en ook niet fluisteren. Gebruik pen en papier. Klap in de handen als u aandacht wilt trekken. Licht uw familie en vrienden tevoren in.
- Probeer schrapen zoveel mogelijk te vermijden. Het geeft juist een toename van irritatie. U kunt beter een slokje water nemen of enkele keren kuchen.
- Roken en rokerige ruimten kunt u beter vermijden. Ook na de herstelfase is het beter om te stoppen met roken. Het vermindert de kans op terugkomen van de heesheid.
- Probeer zoveel mogelijk door de neus te ademen. Het voorkomt uitdrogen en ontsteken van de stembanden.
- Als u weer mag spreken na twee dagen volledige stemrust, doe dit dan op een ontspannen, heldere wijze. Voorkom stemverheffing en fluisteren. Vermijd in de eerste fase langdurige gesprekken.
5.4 Nabehandeling
In sommige gevallen is heesheid te bestrijden met logopedie (aanleren van goede stemtechnieken). Logopedie krijgt u in de meeste gevallen ook voorgeschreven na stembandchirurgie. Hierdoor kan de kans op herhaling van de klachten verminderen. U krijgt dan een machtiging mee zodat u al voor de ingreep een afspraak kunt maken met een logopedist(e).
Vragen?
Wij helpen u graag. U kunt contact opnemen met de assistent of uw behandelend specialist van de polikliniek KNO:
- Amphia Breda Telefoon: (076) 595 10 11
- Amphia Oosterhout Telefoon: (0162) 32 74 35