Inleiding
U leest deze folder omdat bij u pleurodese gaat plaatsvinden. Pleurodese betekent letterlijk: het plakken van de longvliezen. De longvliezen zijn de vliezen die aan de buitenkant van de longen en aan de binnenkant van de borstholte zitten. Tussen deze vliezen kan lucht (klaplong) of vocht komen. Voor het afvoeren hiervan wordt een drain geplaatst, maar als dit het probleem niet oplost (of als het vaak terugkomt), krijgt u een pleurodese. Bij een pleurodese brengt de arts talkpoeder in tussen de beide vliezen. Dit veroorzaakt een steriele ontsteking waarbij bindweefsel ontstaat. Hierdoor blijven de beide vliezen aan elkaar plakken.
Doel van de behandeling
De behandeling bij een klaplong (pneumothorax) bestaat uit het verkleinen van de kans dat uw long opnieuw inklapt. Het doel van de behandeling bij een vochtophoping tussen de longbladen is om het opnieuw vormen van vocht te voorkomen of te vertragen.
Verloop behandeling
De pleurodese vindt plaats op de longbehandelkamer. De arts spuit het talkpoeder in tussen de longvliezen. Dit gebeurt via een drain: een kunststof slang die is ingebracht om de lucht of het vocht te verminderen. Het succespercentage van de behandeling ligt rond de 80%.
Pijn
Bij patiënten met een klaplong veroorzaakt een pleurodese een steriele ontsteking die pijnlijk kan zijn. Daarom ontvangt u vóór de behandeling voldoende pijnstilling. Bij patiënten die een pleurodese krijgen vanwege vochtophoping is pijnstilling meestal niet nodig. Het borstvlies is bijna altijd gevoelloos waardoor er weinig pijnklachten voorkomen. Krijgt u toch pijnklachten na de behandeling? Meld dit dan direct bij de verpleegkundige. Die zorgt ervoor dat u pijnstilling krijgt.
Na de behandeling
Na de pleurodese blijft de drain zitten. Het eerste uur blijft deze dicht om te voorkomen dat het talkpoeder terug loopt via de drain. De arts bepaalt wanneer de drain eruit kan. Over het algemeen is dit binnen 24 tot 48 uur. Een standaard controle röntgenfoto van de longen is niet nodig.
Complicaties
De volgende complicaties komen soms voor:
- Na de behandeling kunt u temperatuursverhoging krijgen. Dit is een reactie van het lichaam op het talkpoeder. De verpleegkundige controleert daarom uw temperatuur en bij koorts krijgt u paracetamol.
- Soms komt pijn voor na de behandeling. Als dit bij u het geval is, meld dit dan aan de verpleegkundige zodat u pijnstilling krijgt.
Na ontslag
Na ontslag krijgt u een controleafspraak mee op de polikliniek, met daarbij ook een afspraak voor het maken van een controle-röntgenfoto van de longen (x-thorax).
Vragen?
Stel uw vragen aan de verpleegkundige, arts-assistent of de behandelend longarts. Bij eventuele complicaties neemt u contact op met uw huisarts of zo nodig de huisartsenpost.