Voor reconstructie van de bovenkaak
Inleiding
De tandarts heeft u doorverwezen naar de kaak-chirurg omdat u een ernstig geslonken bovenkaak heeft. Dit veroorzaakt klachten aan de boven-gebitsprothese. Om het houvast van deze prothese te verbeteren worden implantaten in uw bovenkaak geplaatst. Daarvoor moet uw bovenkaak verbreed worden met behulp van bot uit de binnenzijde van uw bekkenkam.
Bottransplantaat uit de bekkenkam
Bot uit de bekkenkam is erg sterk. Lichaamseigen materiaal wordt bovendien beter opgenomen dan kunststof. U kunt zelf bepalen of we dit bot uit uw rechter of linker bekkenkam halen. Het verwijderen van het stuk bot uit de bekkenkam en het ver-breden van de bovenkaak gebeurt onder algehele narcose. Ter hoogte van de bekkenkam wordt een sneetje door de huid gemaakt van ongeveer 4 cm lengte. Vervolgens wordt aan de binnenzijde van de bekkenkam een stuk bot gehaald, groot genoeg om de bovenkaak uit te breiden. De wond ter hoogte van de bekkenkam wordt gesloten met oplosbare hechtingen. Deze hoeven niet te worden verwijderd.
Verbreden van de bovenkaak
Het stuk bot dat uit de bekkenkam is gehaald, wordt in kleinere stukjes verdeeld. Deze stukjes worden aan de kaak bevestigd om de kaak te verbreden. Dit gebeurt op die plekken waar de implantaten later geplaatst worden. De stukjes bot worden aan de kaak vastgezet met behulp van schroeven. De wond wordt vervolgens direct gesloten. De schroeven worden na ongeveer 4 tot 6 maanden, als alles weer geheeld is, tijdens het plaatsen van de implantaten verwijderd. Door het bevestigen van deze bottransplantaten wordt het volume van uw bovenkaak vergroot. Hierdoor kunnen na 4 tot 6 maanden de implantaten worden geplaatst die uw bovengebitsprothese meer houvast geven.
Verloop
U moet er vanuit gaan dat u de bovengebitsprothese gedurende een periode van twee weken niet kunt dragen. Omdat de vorm van de bovenkaak door de uitbouw sterk is veranderd, zal de bovenprothese na de periode van die twee weken drastisch worden aangepast. Waarschijnlijk zal de prothese minder comfortabel zitten en zult u meer gebruik moeten maken van kleefpasta. Gedurende 4 tot 6 maanden brengt u verschillende bezoeken aan de kaakchirurg zodat hij de genezing van het bot kan volgen. Na deze periode is het aangebrachte bot in de regel omgevormd tot kaakbot. Dan kunnen de implantaten worden geplaatst.
Belangrijk
Na de behandeling heeft u waarschijnlijk meer last van uw bekkenkam dan van uw bovenkaak. De klachten kunnen tot 6 weken na de operatie aanhouden. De eerste paar dagen na de ingreep moet u mogelijk een kruk gebruiken, omdat lopen pijnlijk is. U mag geen zware lichamelijke inspanning leveren. Vaak zijn na een periode van 4 tot 6 weken de meeste klachten sterk verminderd en kunt u uw dagelijkse werkzaamheden weer gewoon hervatten. Dit betekent dus dat u na de operatie beperkt mobiel bent en uw gebitsprothese tijdelijk niet kunt dragen.
Meer informatie?
Een week voorafgaand aan de ingreep wordt u gebeld door de afdeling Opname. Zij vertellen u waar en hoe laat u zich moet melden in het ziekenhuis, of u een nacht moet blijven en of u voorafgaand aan de ingreep nog mag eten/drinken. Vragen over de beperkingen die u na uw operatie kunt ondervinden, kunt u met uw kaakchirurg bespreken.
Polikliniek Kaak- en Aangezichtschirurgie:
(maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur)
T (076) 595 30 23