1. Inleiding
Bij u is onlangs schildklierkanker vastgesteld. Binnenkort wordt u opgenomen in Amphia voor een behandeling met radioactief jodium. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken bij uw opname.
2. Schildklierkanker
Als er schildklierkanker is geconstateerd, wordt de schildklier operatief verwijderd. Omdat de hals veel belangrijke structuren heeft zoals bloedvaten en zenuwen, kan de chirurg vaak niet al het schildklierweefsel volledig verwijderen. Daarom is een aanvullende behandeling nodig met radioactief jodium. Dit jodium wordt opgenomen in het restant van de schildklier dat na de operatie nog aanwezig is. Door inwendige bestraling zorgt het jodium voor vernietiging van deze schildklierrest. De gecombineerde behandeling van een operatie en bestraling met radioactief jodium geeft de beste kans dat de schildklierkanker later niet terugkomt. De behandeling met radioactief jodium vindt plaats binnen twee maanden na de operatie.
Als u schildklierkanker heeft is het van belang dat u niet onderzocht wordt met röntgenonderzoek waarbij contrastmiddel wordt toegediend. Dit contrastmiddel bevat vaak jodium waardoor uw behandeling moet worden uitgesteld. Na de operatie krijgt u een controle bij de chirurg. Verdere nazorg gebeurt bij de internist. De internist schrijft u schildklierhormoontabletten voor die u uw hele leven moet blijven gebruiken. Met deze tabletten bent u kort na de operatie al begonnen. Voor de ablatiebehandeling met radioactief jodium mag u deze tabletten echter 4-6 weken lang niet innemen.
3. Voorbereiding
3.1 Stoppen met schildklierhormoontabletten (Thyrax, Euthyrox en levothroxine)
Deze tabletten worden 4 tot 6 weken van tevoren gestaakt.
3.2 Vooronderzoek
Om de juiste dosis radioactief jodium die u krijgt te berekenen, doen wij in de week voor de ablatiebehandeling een vooronderzoek. U krijgt dan op donderdag op de afdeling Nucleaire Geneeskunde een injectie met een speurdosis radioactief jodium-123 en op vrijdag worden foto's van de hals gemaakt. Het onderzoek op vrijdag kan een uur duren.
3.3 Dieet
Gedurende drie dagen voor de behandeling volgt u een jodiumbeperkt dieet. Zo wordt zo veel mogelijk radioactief jodium in de schildklierrest opgenomen. De data waarop u het dieet volgt, staan vermeld op uw afsprakenlijst. Informatie over het dieet leest u in een aparte folder.
3.4 Bloedafname
Op de dag van de opname gaat u eerst langs het laboratorium voor het prikken van bloed om uw schildklierfunctie te bepalen. U krijgt hiervoor een bloedafnameformulier.
4. Ziekenhuisopname
U verblijft in de meeste gevallen twee nachten in het ziekenhuis. Tijdens uw opname moet u op uw kamer blijven. U kunt helaas geen bezoek ontvangen en u hebt weinig contact met verpleegkundigen. Dit doen wij om de verspreiding van radioactiviteit te voorkomen en om te zorgen dat buitenstaanders (bezoekers en medewerkers) geen onnodige straling krijgen. We vragen om uw begrip voor deze regels.
4.1 Voorbereiding thuis
Het is verstandig om zo min mogelijk spullen mee te nemen naar het ziekenhuis. U draagt tijdens uw verblijf een pyjama, eventueel een kamerjas en pantoffels of badslippers. Uw gewone kleding en uw schoenen worden tijdelijk opgeborgen in een kast op uw kamer. De kleding die u tijdens uw verblijf draagt wordt licht radioactief.
Na uw ontslag wordt u gevraagd uw ondergoed te deponeren in een daarvoor bestemde blauwe afvalemmer. Uw pyjama neemt u mee naar huis. Deze kunt u thuis wassen. De pantoffels moet u gedurende 2 maanden onder in een kast bewaren.
4.2 Wat neemt u mee
U neemt voor uw verblijf in het ziekenhuis een pyama, (oude) pantoffels, ondergoed en eventueel een kamerjas mee. Ook de toiletartikelen die u nodig heeft brengt u zelf mee. Daarnaast kunt u iets meenemen om uzelf te vermaken zoals tijdschriften. Op de kamer is een tablet en WIFI aanwezig. Er is geen vaste telefoon aanwezig in de kamer, neem uw smartphone of gsm mee. U mag een laptop meenemen. Laat sieraden zoveel mogelijk thuis. U mag gewoon een bril of contactlenzen dragen. Als u medicijnen gebruikt kunt u deze meenemen en volgens voorschrift gebruiken. Vertel dit wel aan de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek. De schildklierhormoontabletten die u inmiddels enkele weken heeft gestaakt mag u weer innemen op de ochtend na de dag dat u de jodiumcapsule heeft gekregen. Neem deze tabletten dus ook mee van huis.
4.3 Dag van opname
Op de dag van opname mag u in de ochtend een licht ontbijt nemen. Daarna moet u nuchter blijven totdat u de jodiumcapsule heeft gekregen. U mag wel drinken. De locatie van de therapiekamer staat op uw afspraakbevestiging. Een gastvrouw kan u de weg wijzen. Bij aankomst op de verpleegafdeling zal de verpleegkundige met u een intakegesprek houden en de uitleg geven over de therapiekamer.
4.4 De toediening van het radioactieve jodium
Van de nucleair geneeskundige krijgt u in een plastic buisje de capsule met het radioactieve jodium aangereikt. U kunt de capsule in zijn geheel doorslikken met een slokje water. U merkt hier verder niets van. Na het doorslikken van de capsule mag u een half uur niets eten (wel drinken), om te zorgen dat de capsule snel door de maag en het bloed wordt opgenomen. Een deel van het radioactieve jodium wordt opgenomen door de schildklier. De rest raakt u kwijt door transpiratie, in de urine en de ontlasting.
4.5 Uw verblijf in de therapiekamer
Tijdens uw verblijf bent u alleen op uw kamer, mag er geen bezoek komen en ziet u weinig personeel. Het is goed u hierop voor te bereiden. Driemaal daags komt een medewerker van de voeding uw maaltijd brengen. In principe blijft de medewerker in de sluis voor uw kamer. De verpleegkundige zal enkele keren per dag telefonisch contact met u opnemen en vragen hoe het met u gaat.
4.6 Hygiëne
Tijdens uw verblijf kunt u gebruik maken van de wastafel, douche en toilet in de sanitairruimte. Een deel van het radioactieve jodium wordt met de urine uitgescheiden. Het is dan ook belangrijk om gedurende uw verblijf extra te drinken. U moet zittend plassen (ook mannen) om een eventuele besmetting van de toiletruimte te voorkomen. Spoel het toilet tweemaal door en was uw handen grondig na elke toiletgang. Maandverband en tampons niet door het toilet doorspoelen maar deponeren in de afvalemmer.
4.7 Afval
In uw kamer bevindt zich een blauwe afvalemmer met een geel deksel. Hierin kunt u uw afval deponeren. Als u naar huis gaat, gooit u hierin ook uw gedragen ondergoed weg.
4.8 Bijwerkingen
De eerste dagen na de behandeling kunt u last hebben van pijn en zwelling in de speekselklieren. Soms krijgt u een droge mond met een metaalachtige smaak. Dit komt door een ontsteking van de speekselklieren die vanzelf verdwijnt.
Er is een hele kleine kans op misselijkheid gedurende de eerste twee dagen. Bij misselijkheid kunt u de verpleegkundige om een medicijn vragen. Mocht u gebraakt hebben neem dan contact op met uw verpleegkundige. De hals kan soms tijdelijk rood en pijnlijk aanvoelen. Dit kan met een pijnstiller zoals paracetamol worden verholpen.
4.9 Ontslag
Het meeste jodium heeft uw lichaam 48 uur na inname van de jodiumcapsule verlaten. De nucleair geneeskundige komt bij u langs in de therapiekamer en meet de straling die u nog uitzendt. Hij bespreekt met u de procedure van ontslag. Hierna neemt u een douche, waarna u schoon ondergoed aantrekt. U trekt uw kleren aan die in de kast op de kamer hangen. Nadat u uw spullen heeft gepakt, trekt u als laatste uw schoenen in het sluisje buiten de kamer aan. Hiermee voorkomt u dat u met radioactief besmette schoenen het ziekenhuis verlaat.
5. Leefregels
De hoeveelheid radioactiviteit is zodanig laag dat u naar huis mag. Er is echter nog steeds een bepaalde hoeveelheid radioactiviteit in uw lichaam aanwezig. U kunt dus in lichte mate andere personen aan een geringe hoeveelheid straling blootstellen. Dit brengt weliswaar geen gevaar voor hun gezondheid met zich mee, maar de hoeveelheid straling dient toch altijd zo klein mogelijk te zijn. Daarom krijgt u voor een bepaalde tijd leefregels mee. Deze staan in een aparte folder die u na uw ontslag meekrijgt. De nucleair geneeskundige vertelt u hoe lang u deze regels dient toe te passen.
6. Na-onderzoek
Een week na de behandeling wordt een totale lichaamsscintigrafie (scan) en aanvullende foto's gemaakt van de hals gemaakt op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Hierbij maken we gebruik van de in uw lichaam aanwezige reststraling. U ligt tijdens het maken van de foto's op uw rug op een onderzoeksbed. Tijdens de aanvullende foto's van de hals (SPECT-CT) draaien de gammacamera's om u heen. Hierbij wordt ook een CT gemaakt met een lage stralingsbelasting. Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 80 minuten. Kijk voor de afspraaktijd op uw afsprakenlijst.
7. Zwangerschap - Belangrijke informatie
- Als u zwanger bent kan u dit onderzoek niet doen. Vermoed u dat u zwanger bent? Vertel dit dan aan uw arts.
- Als u borstvoeding geeft, vertel dit dan ook. Bij sommige behandelingen is het beter om met het geven van borstvoeding te stoppen.
8. Vragen?
Afdeling Nucleaire Geneeskunde
Telefoonnummer: (076) 595 3016
Maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur
www.amphia.nl