Oh nee, IE...

We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.

Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!

Welkom bij Amphia
Patiënteninformatie

Zoeken

Behandeling ablatie na schildklierkanker met Thyrogen
Aanmaakdatum: | Geüpdatet op

Behandeling ablatie na schildklierkanker met Thyrogen

Na schildklierkanker met Thyrogen® voorbereiding

1. Inleiding
Bij u is onlangs schildklierkanker vastgesteld. Binnenkort wordt u daarom in het Amphia Ziekenhuis opgenomen voor een behandeling met radioactief jodium. In deze folder vindt u informatie over de voorbereiding en de gang van zaken bij uw opname. Ook leest u meer over wat u moet weten en doen als u na de behandeling weer thuis bent.

2. Schildklierkanker
Als er schildklierkanker is geconstateerd, wordt de schildklier operatief verwijderd. Omdat de hals veel belangrijke structuren bevat, zoals bloedvaten en zenuwen, kan de chirurg vaak niet al het schildklierweefsel verwijderen. Een aanvullende behandeling met radioactief jodium is dan nodig. Dit jodium wordt opgenomen in het deel van de schildklier dat na de operatie nog aanwezig is. Door inwendige bestraling zorgt het jodium voor vernietiging van deze schildklierrest. Deze gecombineerde behandeling van een operatie en bestraling met radioactief jodium geeft de beste kans dat de schildklierkanker later niet terugkomt.

De behandeling met radioactief jodium vindt plaats binnen 2 maanden na de operatie. Als u schildklierkanker heeft, is het van belang dat u niet onderzocht wordt met een röntgenonderzoek waarbij contrastmiddel wordt toegediend. Dit contrastmiddel bevat vaak jodium waardoor uw behandeling wordt uitgesteld. Na de operatie vindt er nog een controle plaats bij de chirurg. Verdere nazorg gebeurt bij de internist. De internist schrijft u schildklierhormoontabletten voor die u uw hele leven gebruikt. Met deze tabletten kunt u kort na de operatie al beginnen.

3. Voorbereiding
Voor de behandeling met radioactief jodium zijn diverse voorbereidingen nodig.

3.1 Dieet
Gedurende drie dagen voor de behandeling volgt u een jodiumbeperkt dieet. Zo wordt zo veel mogelijk radioactief jodium in de schildklierrest opgenomen. De data waarop u het dieet volgt staan op uw afspraakbevestiging. Informatie over het dieet vindt u in deze aparte dieetfolder

3.2 Twee injecties met Thyrogen®
Op twee achtereenvolgende dagen voorafgaand aan uw ziekenhuisopname krijgt u een injectie in de spier van uw bovenarm of bil met Thyrogen®. Hierdoor wordt de schildklierrest extra 'hongerig' gemaakt om het radioactieve jodium op te nemen. De toediening van Thyrogen® gebeurt bij u thuis door door het Amphia Thuisteam. De afspraken met het Amphia Thuisteam worden door het ziekenhuis voor u gemaakt. Vervolgens nemen zij contact met u op over plaats en tijd waarop de injecties worden gegeven. De data van de injecties staan in de afspraakbevestigingsbrief die u per post opgestuurd krijgt.

3.3 Injectie met speurdosis radioactief jodium-123
Op de dag van de tweede injectie met Thyrogen® krijgt u 's middags ook een injectie met een speurdosis radioactief jodium-123 op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Hiermee kunnen we een dag later foto's van de hals en schildklier maken. Zo weten wij hoeveel restweefsel is achtergebleven.

3.4 Bloedafname
Op dag van de opname gaat u eerst langs het laboratorium voor een bloedafname om uw schildklierfunctie te bepalen.

Let op: we hebben op verschillende tijdstippen bloedafnames nodig voor bepalingen. Behalve op woensdag gaat u ook op vrijdag naar het laboratorium voor een bloedafname. U krijgt twee bloedafnameformulieren mee. Op ieder formulier staat wanneer u dit formulier moet gebruiken.

3.5 Schildklierscan
Na de bloedafname wordt op de afdeling Nucleaire Geneeskunde de foto's van de schildklier en de hals gemaakt. Dit kan ongeveer een uur duren.

4. Ziekenhuisopname
U verblijft in de meeste gevallen een nacht in het ziekenhuis. Tijdens uw opname moet u op uw kamer blijven, kunt u helaas geen bezoek ontvangen en heeft u weinig contact met verpleegkundigen. Dit is nodig om verspreiding van radioactiviteit te voorkomen. Het zorgt er ook voor dat buitenstaanders (bezoekers en medewerkers) geen onnodige straling krijgen. We vragen begrip voor deze maatregelen.

4.1 Voorbereidingen thuis
Het is verstandig om zo min mogelijk spullen mee te nemen naar het ziekenhuis. U draagt tijdens uw verblijf een pyjama, eventueel een kamerjas en pantoffels of badslippers.. Uw gewone kleding en schoenen wordt tijdelijk opgeborgen in een kast op uw kamer. De kleding die u tijdens uw verblijf draagt wordt licht radioactief. Na uw ontslag wordt u gevraagd uw ondergoed te deponeren in een daarvoor bestemde blauwe afvalemmer. Uw pyjama neemt u mee naar huis. Deze kunt u thuis wassen. De pantoffels moet u gedurende 2 maanden onder in een kast bewaren.

4.2 Wat neemt u mee
Neem voor uw verblijf in het ziekenhuis een pyjama, (oude) pantoffels of badslippers, ondergoed en eventueel een kamerjas mee. Ook de toiletartikelen die u nodig heeft brengt u zelf mee. Daarnaast kunt u iets meenemen om uzelf te vermaken, zoals tijdschriften. Op de kamer is een tablet en wifi aanwezig. Er is geen vaste telefoon aanwezig in de kamer, neem uw smartphone of gsm mee. U mag een laptop meenemen. Laat sieraden zoveel mogelijk thuis. U mag gewoon een bril of contactlenzen dragen. Als u medicijnen gebruikt kunt u deze meenemen en volgens voorschrift gebruiken. Vertel dit wel aan de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek.

4.3 Dag van opname
Op de dag van opname mag u in de ochtend een licht ontbijt nemen. Daarna moet u nuchter blijven totdat u de jodiumcapsule heeft gekregen. U mag wel drinken. U meldt zich bij de receptie in de aankomsthal van het ziekenhuis. Een gastvrouw kan u de weg wijzen. Bij aankomst op de therapiekamer zal de verpleegkundige met u een intakegesprek houden en de uitleg geven.

4.4 De toediening van het radioactieve jodium
Van de nucleair geneeskundige krijgt u in een plastic buisje de capsule met het radioactieve jodium aangereikt. U kunt de capsule in zijn geheel doorslikken met een slokje water. U merkt hier verder niets van. Na het doorslikken van de capsule mag u een half uur niets eten (wel drinken), om te zorgen dat de capsule snel door de maag en het bloed wordt opgenomen. Een deel van het radioactieve jodium wordt opgenomen door de schildklier. De rest raakt u kwijt door transpiratie, in de urine en de ontlasting.

4.5 Uw verblijf in de therapiekamer
Tijdens uw verblijf bent u alleen op uw kamer, mag er geen bezoek komen en ziet u weinig personeel. Het is goed u hierop voor te bereiden. Driemaal daags komt een medewerker van de voeding uw maaltijd brengen. In principe blijft de medewerker in de sluis voor uw kamer. De verpleegkundige zal enkele keren per dag telefonisch contact met u opnemen en vragen hoe het met u gaat.

4.6 Hygiëne
Tijdens uw verblijf kun u gebruik maken van de wastafel, douche en toilet in desanitairruimte. Een deel van het radioactieve jodium wordt met de urine uitgescheiden. Het is dan ook belangrijk om gedurende uw verblijf extra te drinken. U moet zittend plassen (ook mannen) om een eventuele besmetting van de toiletruimte te voorkomen. Spoel het toilet tweemaal door en was uw handen grondig na elke toiletgang. Maandverband en tampons niet door het toilet doorspoelen maar deponeren in de afvalemmer.

4.7 Afval
In uw kamer bevindt zich een blauwe afvalemmer met een gele deksel. Hierin kunt u uw afval deponeren. Als u naar huis gaat, gooit u hierin ook uw gedragen ondergoed weg.

4.8 Bijwerkingen
De eerste dagen na de behandeling kunt u last hebben van pijn en zwelling in de speekselklieren. Soms krijgt u een droge mond met een metaalachtige smaak. Dit komt door een ontsteking van de speekselklieren die vanzelf verdwijnt. Er is een hele kleine kans op braken en misselijkheid gedurende de eerste 2 dagen. Bij misselijkheid kunt u de verpleegkundige om een medicijn vragen. Mocht u gebraakt hebben neem dan contact op met uw verpleegkundige. De hals kan soms tijdelijk rood en pijnlijk aanvoelen. Dit kan met een pijnstiller zoals paracetamol worden verholpen.

4.9 Ontslag
Het meeste jodium heeft uw lichaam 48 uur na inname van de jodiumcapsule verlaten. De nucleair geneeskundige komt bij u langs in de therapiekamer en meet de straling die u nog uitzendt. Hij bespreekt met u de procedure van ontslag. Hierna neemt u een douche, waarna u schoon ondergoed aantrekt. U trekt uw kleren aan die in de kast op de kamer hangen. Nadat u uw spullen heeft gepakt, trekt u als laatste uw schoenen in het sluisje buiten de kamer aan. Hiermee voorkomt u dat u met radioactief besmette schoenen het ziekenhuis verlaat.

5. Leefregels
De hoeveelheid radioactiviteit is zodanig laag dat u naar huis mag. Er is echter nog steeds een bepaalde hoeveelheid radioactiviteit in uw lichaam aanwezig. U kunt dus in lichte mate andere personen aan een geringe hoeveelheid straling blootstellen. Dit brengt weliswaar geen gevaar voor hun gezondheid met zich mee, maar de hoeveelheid straling dient toch altijd zo klein mogelijk te zijn. Daarom krijgt u voor een bepaalde tijd leefregels mee. Deze staan in een aparte folder. Deze folder krijgt u van de nucleair geneeskundige na uw ontslag. De nucleair geneeskundige vertelt u hoe lang u deze leefregels dient toe te passen.

6. Na-onderzoek
Kort na ontslag moet nog een tweede bloedafname plaatsvinden. U ontvangt hiervoor een formulier. Eén week na de behandeling wordt bij u een totale lichaamscintigrafie (scan) en aanvullende foto's van de hals gemaakt (SPECT-CT) op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in uw lichaam aanwezige rest-straling. Daardoor is dit onderzoek zeer gevoelig voor het opsporen van eventuele uitzaaiingen van de schildklierkanker.

Dit onderzoek kan ongeveer 80 minuten duren. Kijk voor de afspraaktijd op uw afspraakbevestiging.

7. Zwangerschap - Belangrijke informatie

  • Als u zwanger bent, kunt u dit onderzoek niet doen. Vermoedt u dat u zwanger bent? Vertel dit dan aan uw arts.
     
  • Als u borstvoeding geeft, vertel dit dan ook. Bij sommige behandelingen is het beter om met het geven van borstvoeding te stoppen.

8. Vragen?
Wij helpen u graag. U kunt contact opnemen met de
Afdeling Nucleaire Geneeskunde:
Telefoon: (076) 595 30 16
Maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 17.00 uur.

Meer lezen over nucleaire geneeskunde bij Amphia?

Ga naar afdeling Nucleaire Geneeskunde

Label