Inleiding
In overleg met de orthoptist en de oogarts zal er een oogspieroperatie oftewel een strabismusoperatie uitgevoerd gaan worden.
Hoe verloopt een oogspieroperatie?
Een oogspieroperatie is een operatie aan de uitwendige oogspieren. Deze spieren zitten vast aan de buitenkant van de oogbol onder het oogwit. De oogarts voert de operatie uit. Hij/zij maakt een opening in het bindvlies van het oogwit. Vervolgens maakt de oogarts de spier los van de oogbol en zet deze op een andere plaats vast en/of kort deze een stukje in. Daarna sluit de arts het bindvlies met oplosbare hechtingen. De operatie vindt plaats onder algehele narcose. De dag van de operatie.
Wat zijn complicaties en risico's?
De dosering, oftewel het aantal millimeters dat de oogspieren verplaatst of verkort moeten worden, is afhankelijk van de mate van de afwijkende oogstand. Hiervoor zijn een aantal betrouwbare metingen nodig bij de orthoptist. Bij een oogspieroperatie op later leeftijd is het erg belangrijk om goed te onderzoeken of er kans is op dubbelzien na een operatie. Soms zijn de hersenen zo gewend aan de afwijkende oogstand dat het onmogelijk is een cosmetisch storende oogstand te corrigeren.
Na de operatie kan desoriëntatie voorkomen. Dit is van voorbijgaande aard. Het gezichtsvermogen wordt door een oogspieroperatie zelden beïnvloed. Er zijn gevallen beschreven waarbij post-operatief een oogontsteking of een netvliesloslating ontstaan zijn. Dit komt slechts in 1 op de 5000 gevallen voor. Het resultaat van een operatie is helaas nooit helemaal te voorspellen. Soms zijn meerdere operaties nodig.
Voorbereiding
- Aansluitend aan het bezoek op de polikliniek wordt u doorverwezen naar de Pre-Operatieve Screening (POS). Hier krijgt u aanvullende informatie en vult u een gezondheidsvragenlijst in. Indien nodig gebeuren er nog aanvullende onderzoeken.
- Als het mogelijk is dan krijgt u een voorlopige operatiedatum mee. U ontvangt ook een brochure met uitgebreide informatie over pijnbestrijding tijdens en na de operatie.
- Daarnaast hoort u vanaf welk tijdstip voor de operatie u of uw kind niet meer mag eten of drinken (nuchter zijn).
De dag van de operatie
- Op de dag van de operatie zelf meldt u zich bij de receptie of verpleeg/kinderafdeling tenzij anders tegen u gezegd wordt.
- Indien uw kind geopereerd wordt dan mag een van beide ouders mee naar de operatie-afdeling. In de wachtkamer krijgt u een operatiejas en een operatiemuts. In een ruimte naast de operatiekamer geeft de anesthesioloog uw kind narcose. U mag hierbij aanwezig zijn.
Bij koorts of een infectieziekte op de dag van de operatie wordt de operatie uitgesteld. Neemt u in dat geval of als u twijfelt contact op met de polikliniek Oogheelkunde.
Kinderen na de operatie
Na de operatie gaan uw kind en u naar de uitslaapkamer. Na enige tijd mogen u en uw kind weer naar huis.
Volwassenen na de operatie
Als u goed wakker bent dan wordt u naar de verpleegafdeling gebracht. Na enige tijd kunt u het ziekenhuis weer verlaten.
Verschijnselen na de operatie
- na de operatie kan er misselijkheid optreden;
- het zicht kan wat waziger zijn omdat er zalf in de ogen zit;
- het oogwit van de ogen is vaak rood en u kunt last hebben van irritatie en scherp licht;
- soms loopt er bloederig vocht uit de ogen (dit kan geen kwaad);
- de ogen kunnen ‘trekkerig’ aanvoelen bij kijken in de uiterste blikrichtingen;
- soms ziet uw kind de eerste dagen dubbel. Dit verdwijnt meestal vanzelf.
Weer thuis
- Doe de eerste dagen na de operatie rustig aan; geen wilde spelletjes (kinderen) en niet sporten (volwassenen). Zodra u of uw kind opgeknapt is van de operatie kan school/werk weer hervat worden.
- De eerste 4 weken na de operatie mag er niet worden gezwommen.
- Vermijd wrijven in de ogen.
- Uw kind mag niet in de zandbak spelen en vieze, stoffige ruimtes moeten vermeden worden. Dit om ontstekingen te voorkomen.
- Zitten de ogen ’s morgens dichtgeplakt? Maak de ogen schoon met wat water en een niet-pluizende doek (geen watten).
- Uiteindelijk blijven er kleine, meestal nauwelijks zichtbare littekens over.
Oogdruppels
U of uw kind heeft oogdruppels gekregen tegen ontstekingen. Begin zo snel mogelijk met druppelen. U druppelt 3 maal daags. De eerste dagen kunnen de hechtingen wat klachten van irritatie geven. In dien de oogarts het heeft aangegeven kunt u dan een extra oogdruppel in de ogen doen (tot maximaal 5 maal per dag). Het druppelen gaat het makkelijkst als u of uw kind het hoofd achterover houdt. Trek het onderooglid naar beneden zodat er een soort zakje ontstaat en laat daar de druppel in vallen. Als het druppelen moeilijk gaat dan mag uw kind ook de ogen dichthouden. Als u de druppel in de ooghoek laat vallen en uw kind daarna de ogen laat openen dan loopt de druppel vanzelf in het oog. U kunt ook druppelen als uw kind slaapt. Probeer het oog open te houden tot de druppel er goed in zit. Was voor het druppelen altijd eerst uw handen en zorg ervoor dat het flesje niet tegen de huid of wimpers aankomt want dan zijn druppels niet meer steriel.
Controle
Een week na de operatie controleert de orthoptist de oogstand. Indien nodig adviseert de orthoptist oefeningen. De eerste maanden kan de oogstand nog veranderen. Als het effect na enkele maanden onvoldoende is dan kan de orthoptist aanvullende operaties adviseren.
Let op
Als het gezichtsvermogen minder wordt of als er toename is van pijn, roodheid, irritatie en/of afscheiding dan is er mogelijk toch een ontsteking ontstaan. Neem in dat geval contact op met de polikliniek oogheelkunde. Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met het algemene nummer van het ziekenhuis.
Vragen?
Als u nog vragen heeft dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde. U kunt uw vragen ook stellen bij het vooronderzoek of tijdens uw opname in het ziekenhuis.
U kunt de polikliniek oogheelkunde bereiken op werkdagen van 8:00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.00 uur. Het telefoonnummer is: T (076) 595 10 77