Het ellebooggewricht wordt gevormd door het uiteinde van de bovenarm (humerus) en het uiteinde van de ellepijp (ulna) en het spaakbeen (radius). De botuiteinden worden door gewrichtsbanden (ligamenten) bij elkaar gehouden. Er is een gewrichtsband aan de binnenzijde (zie figuur 1.) en een gewrichtsband aan de buitenzijde van de elleboog (zie figuur 2.).
Deze gewrichtsbanden kunnen door overbelasting of een ongeval beschadigd raken. Hierdoor komen de botuiteinden 'los' te zitten (het gewricht is instabiel) en kunnen ze verschuiven ten opzichte van elkaar. Dit wordt '(sub)luxeren' genoemd.
Figuur 1. De ligamenten (gewrichtsbanden) aan de binnenzijde van de elleboog
Figuur 2. De ligamenten (gewrichtsbanden) aan de buitenzijde van de elleboog
U komt in aanmerking voor een operatie aan de elleboog in verband met instabiliteit van het ellebooggewricht als dit veel klachten geeft. Het chirurgische herstel van deze instabiliteit wordt een ligamentaire reconstructie van de elleboog genoemd.
De operatie
Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op de afdeling orthopedie van het Amphia Ziekenhuis. Tijdens de operatie inspecteert de orthopeed het beschadigde gewrichtsbandje (ligament) en verwijdert dit ligament als het zeer slecht van kwaliteit is. Vervolgens wordt een nieuw, stevig bandje hiervoor in de plaats gemaakt. Dit nieuwe bandje wordt gemaakt uit een klein stukje peesweefsel van een grote pees in de bovenarm (tricepspees) of de onderarm (palmaris longus).
Het nieuwe bandje wordt vervolgens met een of twee kleine oplosbare schroefjes vastgezet. Na de operatie wordt om de elleboog een gipsspalk aangelegd. Het is belangrijk dat u de eerste dagen de arm goed hoog houdt en dat u de vingers regelmatig beweegt, zodat de zwelling snel afneemt.
Na de operatie
U gaat de dag na de operatie naar huis, tenzij de arts anders beslist. De wond is meestal gehecht met oplosbare hechtingen welke niet hoeven te worden verwijderd.
U komt ongeveer twee weken na de operatie voor controle op de polikliniek. U krijgt hiervoor een afspraak mee bij uw ontslag uit het ziekenhuis.
De gipsverbandmeester verwijdert de gipsspalk en controleert de wond. Het kan ook voorkomen dat u na de operatie direct al een afneembaar gips krijgt welke u zelf na twee weken kunt verwijderen. Na de eerste poliklinische controle start u met oefentherapie bij uw fysiotherapeut. U krijgt hiervoor tijdens de poliklinische controle een verwijsbrief.
De fysiotherapeut geeft aanwijzingen hoe u de elleboog kunt gebruiken zonder de verkeerde bewegingen te maken. Door de oefeningen wordt de elleboog ook weer soepel. Wij raden u aan om, zodra u de opnamedatum weet, alvast een afspraak te maken voor ongeveer tien dagen na de operatie bij de fysiotherapeut van uw keuze. 6 tot 8 weken na de operatie komt u voor vervolgcontrole bij de orthopedisch chirurg.
Risico's van de operatie
De resultaten na deze operatie zijn in het algemeen goed. De kans dat de (sub)luxatie's weer op gaan treden is minimaal. De kans op complicaties in de vorm van nabloeding of zenuwletsel is klein. Wel komt het met enige regelmaat voor dat de elleboog na de operatie niet meer volledig gestrekt kan worden, de meeste patiënten ondervinden hiervan echter nauwelijks hinder.
Lifestyle tips
Om de kans op complicaties te verminderen, raden wij u sterk aan om in de weken voor en na de operatie niet te roken. Roken vertraagt de genezing van de wond en het bot. Door te stoppen met roken, vergroot u dus de kans op een voorspoedig herstel.
Vragen?
Wij helpen u graag. U kunt contact opnemen met de assistent of uw behandelend specialist. Gelieve ons tijdens kantooruren te bellen.
Polikliniek Orthopedie:
Amphia Breda en Amphia Oosterhout
T: (076) 595 30 80
E: vsorthopedie@amphia.nl
Wij streven ernaar om uw vragen binnen vier werkdagen te beantwoorden. Voor spoedvragen gelieve telefonisch contact te zoeken met een van de telefoonnummers uit de folder, welke u meekrijgt vanuit de verpleegafdeling, zodra u ontslagen wordt uit het ziekenhuis.
Meer lezen over orthopedie bij Amphia?