Oh nee, IE...

We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.

Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!

Welkom bij Amphia
Patiënteninformatie

Zoeken

Mallet vinger
Aanmaakdatum: | Geüpdatet op

Mallet vinger

De diagnostiek en behandeling van de mallet vinger wordt door verschillende specialisten uitgevoerd die onderdeel zijn van het hand-pols expertiseteam.

Inleiding
Er is bij u een mallet finger geconstateerd. Mallet is het Engelse woord voor hamer. Vertaald naar het Nederlands spreken we soms over een ‘hamervinger’, maar vaak wordt het woord ‘mallet vinger’ gebruikt. In deze folder leest u meer informatie over uw aandoening en de behandeling daarvan.

Wat is een mallet vinger?

Bij een mallet vinger is de strekpees van het laatste vingerkootje afgescheurd. Daardoor blijft uw vingertop krom staan. Soms is alleen het peesje afgescheurd, soms is ook een klein botstukje losgescheurd van het vingerkootje.

Mallet vinger

Hoe ontstaat een mallet vinger?
Een malletvinger wordt meestal veroorzaakt door een extreme buiging van het eindkootje tijdens stoten of vallen. Bijvoorbeeld bij het bed opmaken of bij een bal op de vinger. Hierdoor scheurt de strekpees af van zijn aanhechtingsplaats aan de basis van het eindkootje en kan de vingertop niet meer gestrekt worden.

Behandeling, zonder operatie
Een operatie is vaak niet nodig. De behandeling kan meestal uitgevoerd worden met een spalk (mallet spalk).  Het spalkje zorgt ervoor dat uw vingertop constant in strekstand blijft, gedurende 8 weken. Daardoor kan de afgescheurde strekpees (en eventueel het botfragment) weer vastgroeien. Het spalkje zit alleen om het eind gewricht, het andere gewricht van uw vinger blijft vrij, zodat u op dit niveau de vinger nog wel normaal kunt buigen en strekken.

LET OP: De vingertop van de aangedane vinger mag tijdens deze 8 weken niet gebogen worden. Gebeurt dit wel, dan kan dit de genezing verstoren en moet soms de behandeling weer van voren af aan beginnen.

Schoonmaken van de vinger kan wel, maar moet dan ook heel voorzichtig gedaan worden zonder dat de vinger buigt. De arts, gipsverbandmeester of handtherapeut zal u laten zien hoe u dit op een veilige manier kan doen. Omdat de vinger vaak de eerste week na het ontstaan nog gezwollen is, kan het nodig zijn om de spalk na enige tijd te wisselen voor een kleinere maat. U kunt daarvoor contact opnemen met de gipskamer om een afspraak te maken voor een nieuwe spalk.

De behandeling van een mallet vinger is een lang traject. U draagt het spalkje 8 weken dag en nacht (ook tijdens het douchen). Daarna mag u geleidelijk aan meer oefenen en draagt u het spalkje nog 4 weken gedurende de nacht.

Behandelteam 'malletvinger'
De specialist bespreekt met u de diagnose, de meest geschikte behandelvorm en de momenten voor een controleafspraak met u. In overleg met u, wordt gekeken wie u het beste kan begeleiden gedurende het behandeltraject. Dit is in de meeste gevallen een handtherapeut in uw eigen woonomgeving, maar het kan ook de gipsverbandmeester of de behandelend specialist (orthopedisch chirurg, plastisch chirurg of traumachirurg) zijn.

Mogelijke complicaties
Het kan voorkomen dat tijdens de oefenperiode het topje toch weer gaat hangen. Dan zal in eerste instantie worden besloten om de spalk weer continue te gaan dragen voor een periode van 6 tot 8 weken. Indien u de juiste spalk heeft en u zich goed houdt aan de instructies, dan is de kans groot dat de pees alsnog zal genezen in de juiste stand.

Behandeling met operatie
De grootte van de botbreuk en de mate van verplaatsing van het botfragment bepalen of een operatie noodzakelijk is. Het doel van de operatie is het terugplaatsen en fixeren van het botfragment op zijn oorspronkelijke positie, zodat er minimale beschadiging optreedt van het eindgewricht en de strekpees in zijn oorspronkelijke positie kan helen.

Tijdens uw bezoek aan de polikliniek bespreekt de chirurg met u de operatie en de daaraan verbonden verwachtingen en risico’s. Op het voorbereidingsplein krijgt u aanvullende informatie over de vorm van verdoving/ narcose en het verloop in het ziekenhuis, de ingreep kan in principe altijd in een dagopname plaatsvinden. Als u bloedverdunners (antistollingsmedicatie) gebruikt, meld dit dan aan uw behandelend arts. Hij/zij bespreekt met u of en wanneer u moet stoppen met deze medicijnen.

De opname
U wordt in principe opgenomen op de dag van de operatie.

  • Tijdens de ingreep mag u geen sieraden dragen. U kunt ringen, kettingen, armbanden en horloges het beste thuislaten.
  • Bij hand- en polsoperaties is het nodig dat de nagels kort, schoon en zonder lak-/kunstnagels zijn.
  • Tevens mag u geen wondjes op de hand hebben.
  • Wij vragen u geen bodylotion handcrème gebruiken op de plaats waar de ingreep uitgevoerd zal worden.
  • Geld en waardepapieren kunt u beter thuislaten.

Om bij de afgescheurde pees te kunnen komen, wordt er een snede gemaakt van ongeveer één à twee cm aan de bovenzijde van de vinger ter hoogte van het gewricht van het laatste vingerkootje. De chirurg herstelt en verkort de pees van de mallet vinger. Zo komen alle pezen van de vinger weer goed in balans en kan deze weer een normale stand aannemen. Soms wordt een botanker of plaatje gebruikt voor het vastzetten of wordt een metalen pennetje gebruikt om de reconstructie te beschermen. Het laatste kootje van de vinger wordt daarmee in strekstand vastgezet. De vinger wordt beschermd met een spalk of gips, afhankelijk van hoe de ingreep is verlopen.

Na de operatie
Na de operatie is de arm in sommige gevallen nog gevoelloos door de verdoving. Het gevoel in uw arm is meestal binnen 24 uur terug. De verpleegkundige let op nabloeden van de wond. Als het nodig is, krijgt u medicijnen tegen de pijn en/of misselijkheid. Als u niet misselijk bent, mag u weer eten en drinken. U hoort van de verpleegkundige wanneer het infuus verwijderd mag worden.

Uw behandelend specialist bepaalt hoe de nabehandeling moet verlopen, soms is het nodig om nog 6-8 weken een spalk te dragen. Houdt hier rekening mee.

Ontslag
U gaat in principe dezelfde dag weer naar huis.
Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces, vaak volstaat paracetamol. Tijdens het douchen moet u de hand het liefst drooghouden. Zolang u een spalk of anderszins om uw vinger heeft, mag u niet sporten of autorijden. Het is belangrijk dat u uw hand regelmatig hooghoudt. Gebruik hiervoor eventueel een mitella. Zo gaat u de zwelling van uw hand en arm zoveel mogelijk tegen U mag niet zwaar tillen en geen (belastend) huishoudelijk werk doen. U krijgt alle instructies mee.

Poliklinische controles
Veertien dagen na uw operatie zullen de hechtingen verwijderd worden, dit kan vaak via de huisarts. Na zes tot acht weken, volgt een controle bezoek. Pas na deze controle mag u gaan oefenen. In de meeste gevallen heeft u hier de begeleiding van een handtherapeut nodig. U zal hiervoor een verwijzing mee krijgen.

Mogelijke complicaties
Bij elke handoperatie kunnen complicaties voorkomen zoals bloeduitstortingen, vertraagde wondgenezing en infectie. Het gevoel kan tijdelijk gestoord zijn, waardoor u een doof gevoel in de vinger kunt ervaren. Andere problemen die kunnen optreden zijn krachtsverlies, pijn, gevoelsverlies, of een combinatie hiervan. Specifiek voor de mallet vinger bestaat de kans dat het botfragment niet goed vastgroeit of dat ten gevolge van beschadiging van het gewricht/ pees er een buig- of strekbeperking blijft bestaan. Ook kan het voorkomen dat u nog voor langere tijd pijn ervaart. Tevens is het belangrijk om te weten dat het operatie resultaat teleurstellend kan zijn en dat de vingertop een beetje blijft hangen. Een specifieke, maar ook zeldzame, complicatie van een hand/ vingeroperatie is het ontstaan van een dystrofie (Chronic Regional Pain Syndrome). De symptomen hiervan bestaan uit een combinatie van pijn, zwelling, verkleuring en stijfheid van de vingers. Dit kan meestal goed behandeld worden, maar vergt een langere revalidatietijd.

Het is nodig dat u na de operatie contact opneemt indien:

  • Als de wond fors gaat bloeden;
  • Als de vingers kouder worden en gaan tintelen;
  • Als de vingers pijnlijk gespannen aanvoelen;
  • Bij toenemende pijn, die niet verminderd bij hooghouden;
  • Bij optreden van abnormale zwelling;
  • Als u koorts krijgt
  • Als de spalk/ het gips te ruim wordt

Heeft u na uw bezoek aan de specialist nog vragen, bel dan gerust. Wij zijn bereikbaar op:

  • Polikliniek Orthopedie               ​T: (076) 595 30 80     E-mail: vsorthopedie@amphia.nl
  • Polikliniek Plastisch chirurgie   T: (076) 595 2323      E-mail: info@plastischechirurgiebreda.nl
  • Polikliniek (Trauma) Chirurgie   T: (076) 595 3090  
     
  • Afdeling Gipskamer                   T: (076) 595 4069 
  • Handtherapienetwerk breda      www.handtherapienetwerkbreda.com

Meer lezen over het Hand en Pols Expertiseteam bij Amphia?

Ga naar Hand en Pols Expertiseteam

Label