U krijgt binnenkort een chirurgische ingreep aan één of beide borsten. Dit is besproken met uw behandelend arts. Voorafgaand aan deze ingreep dient er nog een onderzoek, op de afdeling radiologie, verricht te worden. Dit onderzoek heet een ‘mammalokalisatie’. Hierbij wordt de precieze plaats van de afwijking in uw borst gemarkeerd door middel van een ‘jodiumzaadje’. De chirurg kan tijdens de operatie het jodiumzaadje en dus de afwijking terugvinden en verwijderen. De operatie kan kort na de plaatsing van het zaadje zijn, maar er kunnen ook weken tot maanden tussen zitten. De radioloog voert het onderzoek uit, geassisteerd door meerdere radiodiagnostisch laboranten.
Inbrengen jodiumzaadje
Mammalokalisatie kan om twee redenen nodig zijn:
- De afwijking in uw borst is niet of slecht te voelen.
- Het is nodig om u te behandelen met chemotherapie, voordat u wordt geopereerd. Door de chemotherapie kan de afwijking zo ver slinken, dat deze niet meer of slecht te voelen is.
Het markeren gebeurt door een ‘jodiumzaadje’ in te brengen op de plaats van de afwijking in de borst. Dit is een heel klein staafje ter grootte van een potloodpuntje (zie foto) met licht-radioactief jodium.
Na het inbrengen kan tijdens de operatie de plaats van de afwijking met speciale apparatuur heel precies zichtbaar worden gemaakt. De chirurg weet zo exact waar de afwijking zich bevindt.
Uitvoering onderzoek
Er zijn twee mogelijkheden om de afwijking goed in beeld te brengen tijdens het inbrengen van het jodiumzaadje:meestal kan dit met behulp van echografie (geluidsgolven) en anders met behulp van een mammografie (stereotactisch):
- Echografie (Als bij u de afwijking waarneembaar is). U ligt op uw rug op de onderzoekstafel. De radioloog brengt gel aan op de borst en bepaalt met behulp van geluidsgolven (echografie) de plaats van de afwijking en de positie voor de naald. Hierna wordt de huid schoongemaakt en verdoofd. De radioloog brengt vervolgens een klein sneetje aan en brengt het jodiumzaadje via de naald in.
- Stereotactisch (Als bij u de afwijking alleen met röntgen waarneembaar is). U ligt op uw buik op een speciale onderzoekstafel, met de borst in een uitsparing. De tafel gaat omhoog om meer ruimte te krijgen. Alle benodigdheden liggen al klaar op een speciaal tafeltje. De borst wordt tussen twee platen geklemd, zodat tijdens het onderzoek de borst niet kan verschuiven. Nadat de radiodiagnostisch laborant enkele foto’s heeft gemaakt en het gebied goed in beeld is gebracht, maken we de huid plaatselijk schoon en wordt de huid verdoofd. Vervolgens kan de radioloog via de computer de plaats van de afwijking en de positie voor de naald exact bepalen. Nadat de exacte plaats van de afwijking en de positie voor de naald zijn bepaald, wordt het jodiumzaadje met behulp van een naald in de borst gebracht. Vervolgens kan het zaadje via de naald in de afwijking worden geplaatst. Soms worden meerdere zaadjes ingebracht.
Ten slotte worden twee controlefoto’s gemaakt met het mammografie apparaat om te beoordelen of het zaadje goed is geplaatst.
In totaal duurt het onderzoek ongeveer 45 minuten. Het onderzoek vindt poliklinisch plaats. U kunt na het onderzoek gewoon naar huis.
Belangrijk
- Bent u (mogelijk) zwanger, neemt u dan contact op met de afdeling Radiologie.
- Als u bloedverdunners (antistollingsmedicatie) gebruikt, meld dit dan aan uw behandelend arts. Hij/ zij bespreekt met u of en wanneer u moet stoppen met deze medicijnen.
- Draag bij voorkeur bovenkleding die u makkelijk aan- en uit kunt trekken.
- Gebruik vanaf de avond voor het onderzoek geen bodylotion of talkpoeder op uw bovenlichaam.
- Wij raden u aan om niet alleen te komen, zodat iemand u naar huis kan begeleiden. Autorijden kan na het onderzoek voor u vervelend zijn.
Na het onderzoek
Ondanks dat de insteekplaats wordt verdoofd, kan het onderzoek toch pijnlijk zijn. Wij raden aan om na het onderzoek de arm en borst te ontzien. Ook kunt u paracetamol nemen als u dat nodig vindt. Het is mogelijk dat na de mammalokalisatie een bloeduitstorting of een infectie optreedt op de plaats waar het zaadje is ingebracht. Het is daarom belangrijk om bij toenemende roodheid of zwelling van de borst, als u koorts krijgt of hevige pijnklachten, contact op te nemen met uw behandelend arts of mammacareverpleegkundige.
Straling
Het jodiumzaadje bestaat uit licht-radioactief materiaal. De straling die het zaadje uitzendt, wordt door het weefsel in de borst sterk verzwakt en is minimaal voor uw omgeving. Om te voorkomen dat kleine kinderen een stralingsdosis oplopen, weliswaar zeer laag, adviseren wij om kleine kinderen niet langer dan één uur per dag dicht tegen uw borst aan te houden.
De hoeveelheid straling, die een kind op deze manier kan ontvangen, is dan zeer gering. Na het verwijderen van de radioactieve jodiumzaadjes is dit advies niet meer van toepassing. Voor volwassenen in uw omgeving zijn voorzorgsmaatregelen niet nodig. Het jodiumzaadje is dus niet gevaarlijk voor u of uw omgeving en kan indien nodig lange tijd blijven zitten.
Reizen
naar het buitenland Indien u van plan bent naar het buitenland te reizen (in de periode tussen het plaatsen van het jodiumzaadje en de operatie) is het de bedoeling, dat u vooraf contact opneemt met de afdeling Nucleaire Geneeskunde via (076) 595 30 16 . Dit in verband met het meekrijgen van een medische verklaring.
Vragen?
Wij helpen u graag. U kunt contact opnemen met onze afdeling via (076) 595 10 86. Bent u verhinderd? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk doorgeven aan de afdeling Radiologie? Wij kunnen uw plaats dan voor een andere patiënt gebruiken.
Locatie
De afdeling Radiologie is gevestigd op meerdere locaties. Kijk voor de juiste locatie op uw afspraakbevestiging.