U krijgt binnenkort een RFA-behandeling. Dit is besproken met uw behandelend arts. U krijgt deze behandeling vanwege een goedaardige zwelling in de schildklier, een zogenaamde schildkliernodus.
Wat is een RFA- behandeling?
RFA staat voor Radio Frequentie Ablatie. Dit is een behandeling waarbij cellen worden verschrompeld. Uw internist heeft u hier al over verteld. De radioloog voert het onderzoek uit, geassisteerd door een radiodiagnostisch laborant of een radiologisch assistent.
De behandeling
Voor deze behandeling is het nodig dat u kortdurend wordt opgenomen op de dagverpleging. U krijgt van de afdeling Radiologie bericht hoe laat en waar u in het ziekenhuis wordt verwacht. Na het onderzoek gaat u terug naar de dagverpleging. Wanneer alle controles goed zijn, mag u naar huis. Dit zal na 3 tot 4 uur na de controles zijn.
Op de dag van opname krijgt u een tablet Oxazepam en twee tabletten Paracetamol. Dit heeft een kalmerende, ontspannende en pijnstillende werking. Op de verpleegafdeling krijgt u een speciaal jasje met drukknopen,dat u tijdens het onderzoek kunt dragen. Uw ondergoed mag u aanhouden. Uw andere kleding dient u uit te doen. In bed wordt u naar de afdeling Radiologie gebracht.
U komt op een onderzoekstafel te liggen met het hoofd iets achterover. Op elk been wordt een aardingssticker (een soort grote 'plakker' ) geplakt. Met behulp van geluidsgolven (echografie) bepaalt de radioloog de exacte plaats van de schildklier zwelling. Vervolgens spuit de radioloog een verdovingsmiddel in, waardoor de behandeling minder pijnlijk is.
De huid wordt hierna goed ontsmet en bedekt met een steriele doek. De radioloog prikt de zwelling aan met een speciale naald. Doordat het puntje van deze naald telkens even kort wordt verwarmd, gaan de cellen van de schildkliernodus stuk en zal de nodus geleidelijk gaan verschrompelen. Het kan wel zes tot twaalf maanden duren voordat de zwelling kleiner wordt. De naald wordt tijdens de behandeling steeds een klein stukje verplaatst, totdat de hele zwelling is behandeld.
Tijdens de behandeling vraagt de radioloog regelmatig aan u om iets te zeggen om na te gaan of u klachten heeft van de behandeling. Aan het eind van de behandeling wordt de naald verwijderd en krijgt u op de prikplaats een pleister.
Om nabloeden te voorkomen is het belangrijk dat u gedurende een half uur zelf met een platte hand en gestrekte vingers op de prikplaats drukt. De radioloog zal u uitleggen hoe u dit het beste kunt doen. De behandeling duurt ongeveer 30 minuten tot 60 minuten.
Voorbereiding
Thuis: de voorbereiding van het onderzoek gebeurt thuis. U kunt een licht ontbijt nemen, uiterlijk 4 uur voor uw gepland afspraak.
Op de dagverpleging: na het onderzoek keert u terug naar de dagverpleging en zal u, wanneer alle controles goed zijn na 3 tot 4 uur weer naar huis mogen.
Belangrijk
- De behandeling kan niet plaatsvinden als u een pacemaker, ICD, neurostimulator, insulinepomp of cochleair implant heeft. Meld dit altijd van te voren aan uw behandelend arts.
- Gebruikt u bloed verdunnende medicijnen, dan dient u contact op te nemen met uw behandelend arts.
Na de behandeling
Het eerste half uur na de behandeling drukt u zelf met uw eigen hand op de prikplaats om nabloeden te voorkomen. In de hals zal zeer waarschijnlijk een blauwe plek ontstaan door het prikken. Dat is normaal.
U gaat na afloop van de behandeling terug naar de dagverpleging. U krijgt daar nog een 'coldpack' op de hals tijdens het afdrukken. Er worden op de afdeling meerdere controles uitgevoerd en indien er zich geen bijzonderheden voordoen, gaat u na een paar uur met ontslag.
- U mag niet zelf naar huis rijden omdat u Oxazepam heeft gekregen. Dit middel kan uw reactievermogen verminderen.
- Mocht de prikplaats nog pijnlijk zijn, kunt u na afloop van de behandeling paracetamol innemen, maximaal 4x 1000 mg per dag.
- Wij adviseren u in de eerste uren na het onderzoek geen alcohol te drinken, omdat Oxazepam het effect van alcohol kan versterken en u daardoor behoorlijk suf kunt worden.
- Wij adviseren u ook tot 48 uur na de behandeling rustig aan te doen, niet te sporten en niet zwaar te tillen. Zo houdt u het risico op nabloeden zo klein mogelijk. Ook het masseren van de prikplaats raden wij af. De pleister mag u na 24 uur verwijderen.
Wanneer contact opnemen?
Op de punctieplaats kan een bloeding of een ontsteking ontstaan. Als u in de uren/ dagen na de behandeling één van de onderstaande klachten krijgt, neemt u dan direct contact op met uw behandelend arts. Buiten kantoortijden kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Spoedeisende Hulp van Amphia (tel. (076) 595 4047).
- De klachten die kunnen duiden op een bloeding of ontsteking zijn:
1. Duizelig worden of 'zich niet goed voelen'.
2. Ernstige pijn, met name rondom de punctieplaats.
3. De punctieplaats wordt rood, warm of erg dik.
4. Meer dan 38 graden koorts
De eerste dagen tot weken kunt u het gevoel krijgen dat er weinig reactie is opgetreden, maar tot 6 maanden na de behandeling kan er afname van de grootte van de schildkliernodus optreden. Het komt voor dat u de eerste weken na de behandeling pijnklachten van de kaak ondervindt of dat uw stem hees klinkt. Dit is bijna altijd van voorbijgaande aard.
Nazorgop de polikliniek
Na ongeveer één week komt u weer terug bij de internist voor controle. Daarna volgt na drie, zes en twaalf maanden een poliklinische controle met bloedonderzoek en een echo van uw hals om het effect van de behandeling goed vast te leggen. Als alles naar wens verloopt, stopt de nazorg na één jaar.
Vragen?
Wij helpen u graag. U kunt contact opnemen met onze afdeling via (076) 595 10 86.
Bent u verhinderd? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk doorgeven aan de afdeling Radiologie? Wij kunnen uw plaats dan voor een andere patiënt gebruiken.
Locatie
De afdeling Radiologie is gevestigd op meerdere locaties. Kijk voor de juiste locatie op uw afspraakbevestiging.