In deze folder leest u meer over straling op de afdeling Radiologie voor zwangere vrouwen. Iedereen wordt dagelijks blootgesteld aan bepaalde vormen van straling. Straling is overal, in wisselende hoeveelheid aanwezig (denk bijvoorbeeld aan wintersport en vliegen). Voor het maken van röntgenfoto’s wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling. Uit vele onderzoeken is gebleken dat straling nadelige effecten kan hebben. Daarom wordt bij röntgenonderzoek de hoeveelheid straling zo veel mogelijk beperkt. U krijgt niet meer straling dan strikt noodzakelijk is.
Röntgenstraling kan ook bij uw ongeboren kind terechtkomen. Daarom is het beter om het röntgenonderzoek uit te stellen tot na uw bevalling. Soms is dat niet mogelijk en moet er toch onderzoek gedaan worden. Bent u (mogelijk) zwanger en heeft u een verwijzing voor een röntgenonderzoek? Meld dit dan voordat het onderzoek wordt uitgevoerd. Een uitgebleven menstruatie moet ook worden opgevat als een mogelijke zwangerschap. Een radioloog bepaalt of het onderzoek mag doorgaan. Soms kan het onderzoek worden vervangen door een onderzoek waar geen röntgenstraling bij nodig is, bijvoorbeeld een echografie.
De (röntgen) straling is niet bij alle onderzoeken gelijk. Hieronder een overzicht van de meest voorkomende onderzoeken. Een overzicht van specifieke onderzoeken vindt u op de pagina van afdeling Radiolgie.
Röntgenfoto
Röntgenfoto’s van de buik, rug en heupen worden bij zwangere vrouwen alleen gemaakt na overleg met de behandelend arts. Gaat het om foto’s van andere delen van het lichaam, dan zijn de gevolgen van de hoeveelheid röntgenstraling die uw ongeboren kind bereikt verwaarloosbaar.
MRI-scan
Er zijn (nog) geen nadelige effecten bekend van een MRI-scan. De MRI-scan werkt met magnetische velden. Hier wordt geen gebruik gemaakt van straling. Gedurende de eerste drie maanden van de zwangerschap wordt er geen MRI gemaakt, gedurende de overige maanden van de zwangerschap wordt alleen bij medische noodzaak een MRI-scan gemaakt.