Sclerocompressietherapie is een manier om spataderen (varices) te behandelen. De arts spuit een vloeistof in de spatader. Dit geeft een licht pijnlijk of branderig gevoel. De vloeistof veroorzaakt een onschuldige ontstekingsreactie aan de binnenkant van de ader. Als de ader goed wordt dichtgedrukt, kleeft de wand door de ontsteking vast. De ader zal verharden (scleroseren) en wordt een strengetje bindweefsel. De ader is dan onzichtbaar en er kan geen bloed meer doorheen. Het bloed stroomt voortaan langs andere aderen terug naar het hart. Deze behandeling gebeurt poliklinisch in het Spatadercentrum Amphia. U wordt tijdens deze behandeling geholpen door een dermatoloog en een verpleegkundige.
Voorbereiding
Let bij uw voorbereiding op de volgende zaken:
- Gebruik op de dag van de behandeling geen crème of lotion op het been dat behandeld wordt. Anders laten de pleisters los.
- Draag op de dag van de behandeling ruime schoenen en ruime kleding. Door de elastische kous om uw been past een strakke broek of schoen mogelijk niet meer na de behandeling.
- Neem bij iedere afspraak uw elastische kous mee.
Behandeling
In de speciale behandelkamer maakt u uw benen bloot. Voor de behandeling begint, komt u even op een trapje staan. De arts tekent met een pen de plaatsen van de inspuitingen af. Vervolgens neemt u plaats op de behandeltafel.
Met een dun naaldje geeft de arts injecties in uw spataderen. De plaats van de inspuitingen wordt steeds met een prop watten afgeplakt om extra druk uit te oefenen op de spataderen. De arts behandelt meestal één been. De inspuitingen zijn niet pijnlijk; de meeste mensen geven aan dat zij er weinig van voelen. Als de inspuitingen klaar zijn, krijgt u een elastische kous om het behandelde been.
Direct na de inspuitingen wandelt u tien minuten lang flink door over de afdeling. Dat is nodig voor een goede doorstroming van het bloed. We weten daarna ook zeker of u geen allergische reactie krijgt. U kunt deze tijd gebruiken om alvast een controleafspraak te maken.
Vaak vindt de behandeling in etappes plaats. Afhankelijk van het aantal inspuitingen dat u nodig heeft, komt u één of meerdere keren terug bij het Spatadercentrum Amphia.
Nazorg
Als u zich tijdens het wandelen niet lekker voelt of klachten krijgt als jeuk en uitslag, dan meld u dit direct bij de balie van het Spatadercentrum. Deze klachten komen overigens zelden voor.
De arts bepaalt of u na de behandeling één elastische kous krijgt of een combinatie van kousen.
- Heeft u een witte elastische kous? Laat deze dan twee dagen en nachten zitten. Uw arts geeft aan wanneer u de kous kunt verwijderen. Pas daarna mag u kort en niet te warm douchen of baden.
- Heeft u een bruine elastische kous? Dan vertelt de specialist hoe, wanneer en hoe lang u deze moet gebruiken. Meestal draagt u de kous tien dagen of drie weken lang overdag.
- De eerste zes weken na de inspuiting mag u niet naar de sauna, onder de zonnebank of in de zon gaan liggen. Warmte zorgt er namelijk voor dat uw aderen wijder worden. Dat heeft een ongunstig effect op uw spataderen.
- De eerste week na de inspuitingen kunt u sporten waarbij u moet springen of hardlopen beter vermijden. Wel is het goed om regelmatig te wandelen of te fietsen.
- In overleg met uw arts mag u na de behandeling twee tot vier weken niet vliegen.
- Geef in de twee dagen na de behandeling geen borstvoeding.
Meestal heeft u weinig last van de behandeling. Wel zijn er een paar zaken waar u na afloop rekening mee moet houden:
- Op de avond na de behandeling kunt u hoofdpijn hebben. Neem zo nodig een paracetamol.
- Het is normaal dat u meerdere blauwe plekken op uw been heeft. Maak u geen zorgen; deze verdwijnen meestal binnen een paar weken.
- Soms treden er op de plaats van de spataderen (bruine) verkleuringen op. Deze verdwijnen meestal vanzelf binnen een paar weken tot maanden.
- Vooral bij grote spataderen kunnen na de inspuitingen harde knobbels ontstaan. Die doen pijn wanneer u erop drukt. Ook dit is een normale reactie op de behandeling. De knobbels verdwijnen meestal binnen een paar maanden.
- Zeer zeldzame bijwerkingen zijn het afsterven van weefsel (necrose) en trombose.