Ieder jaar komen bij Amphia ruim 1000 patiënten binnen met een herseninfarct. Zij moeten zo snel mogelijk geholpen worden, omdat een infarct de hersenen onherstelbaar kan beschadigen. De neurologen en radiologen werken nauw met elkaar samen om deze patiënten de best mogelijke zorg te bieden. Mede daardoor is Amphia onlangs erkend als topklinisch expertisecentrum. Wat dat betekent, leggen vasculair neuroloog Ishita Miah en interventieradioloog Farshad Imani graag uit: ‘Een groot deel van de patiënten kan dankzij onze behandeling weer zelfstandig verder leven.’
Snel behandelen
Om bij het begin te beginnen: wat gebeurt er precies bij een herseninfarct? Ishita: ‘Een herseninfarct wordt veroorzaakt door een bloedstolsel of vernauwing van een bloedvat in de hersenen. Het deel van de hersenen dat achter die blokkade ligt, krijgt geen bloed met voedingsstoffen meer en kan daardoor onherstelbaar beschadigen. Als het stolsel zich in een van de grotere bloedvaten van de hersenen bevindt, kan deze blokkade verwijderd worden. Dit moet dan zo snel mogelijk gebeuren. Daarom staat in Amphia continu een team klaar om deze patiënten te helpen.’
De hersenen in beeld brengen
‘Het is belangrijk om snel te bekijken wat er aan de hand is’, legt Farshad uit. ‘Daarom maken we bij iedere patiënt meteen een scan van de hersenen. Zo kunnen we zien hoe ernstig het infarct is en waar de blokkade precies zit.’ Ishita: ‘Dan besluiten we samen wat we het beste kunnen doen: een sterke bloedverdunner geven om het stolstel op te lossen (trombolyse) of het stolsel met een slangetje weghalen (IAT). Patiënten kunnen ook beide behandelingen krijgen.’
Weer zelfstandig leven
‘Bij een IAT brengen we via de lies van de patiënt een dun slangetje in’, vertelt Farshad. ‘Dat slangetje sturen we via de slagaders naar het stolsel in de hersenen toe. De scan helpt ons om te zien waar we precies moeten zijn. Als we bij het stolsel zijn, zuigen we het op of we trekken het met het slangetje mee naar buiten.’ Ishita: ‘Als het stolsel uit de hersenen is, kan het bloed met de voedingsstoffen er weer langs en kunnen de hersenen herstellen. De patiënt is dan niet meteen weer de oude. Het duurt meestal een dag of een paar dagen voordat we het effect zien van deze ingreep. Het duurt een paar maanden voordat iemand een goede verbetering laat zien. Toch zijn de resultaten van de IAT heel positief. Patiënten die een herseninfarct kregen door een afsluiting van een groot bloedvat in de hersenen, kunnen weer helemaal zelfstandig leven. Zonder een IAT is deze kans ongeveer 15%. Mét een IAT zitten we rond de 50%.’
Onderzoek doen
‘Voor de IAT werken de neurologen en de radiologen nu bijna 10 jaar samen’, vertelt Ishita. ‘In het begin waren ook onze interventiecardiologen betrokken. Er is wereldwijd en landelijk veel wetenschappelijk onderzoek gedaan. Ook Amphia neemt daaraan deel. Daardoor weten en kunnen we nu veel méér dan toen we begonnen. We hebben nu bijvoorbeeld langer de tijd om patiënten te helpen. Vroeger moesten we een IAT binnen 6 uur na een herseninfarct uitvoeren. Nu kunnen we patiënten tot 24 uur na het herseninfarct behandelen. Zo kunnen we steeds meer mensen helpen om hun leven weer zo goed mogelijk op te pakken.’
Blijven vernieuwen
Farshad: ‘We blijven onze zorg steeds verder verbeteren. De hersenscan die we maken, is een mooie vernieuwing. Daarmee kunnen we de bloedstolsels beter in beeld brengen. We zetten tijdens de ingreep nu ook een vaste verpleegkundige van de Brain Care Unit (BCU) in. Die staat bij het hoofd van de patiënt en stelt hem of haar gerust, en is overal van op de hoogte. Daardoor blijft de patiënt kalm en kunnen we de ingreep sneller en veiliger uitvoeren. Deze verpleegkundige zorgt na afloop ook voor de patiënt op de afdeling. Zij informeert daarnaast de familieleden over de ingreep. Het is voor iedereen fijn om met iemand te praten die erbij was en weet wat er allemaal is gebeurd.’
Steeds meer patiënten helpen
Ishita: ‘Ook de komende jaren blijven we onderzoek doen om te bekijken hoe we patiënten nog sneller en beter kunnen behandelen. Waarschijnlijk zijn er steeds meer patiënten die we met een IAT kunnen helpen. In onze regio komen patiënten ook uit andere ziekenhuizen, zoals Bravis, naar Amphia voor deze behandeling. We blijven daarom onderzoeken hoe we deze zorg zo goed mogelijk kunnen regelen.’
