Onlangs is Amphia door STZ erkend als topklinisch expertisecentrum op het gebied van hoornvlieszorg. Wat maakt deze zorg eigenlijk zo bijzonder? We spraken erover met oogartsen Bart van Dooren en Ilse Mol, die sinds 2019 samen de hoornvliestransplantaties voor hun rekening nemen. ‘Amphia speelt een belangrijke rol bij het invullen van de stijgende vraag naar deze specifieke oogzorg. Hoornvliestransplantaties zijn in Nederland en wereldwijd de laatste 10 tot 15 jaar meer dan 2 keer zo vaak uitgevoerd als in de jaren daarvoor. De verwachting is dat dit nog gaat toenemen. Vanuit het Erasmus MC en andere ziekenhuizen in Zuidwest-Nederland werden al patiënten naar ons verwezen. Door het wegvallen van een gespecialiseerde hoornvlieskliniek in Rotterdam is de druk op andere klinieken nog verder toegenomen. Deze erkenning vanuit STZ geeft aan dat onze zorg van hoge kwaliteit is, onder meer dankzij het teamwork, de expertise, de specialistische apparatuur en de samenwerkingen die Amphia inzet.’
Concentratie van de hoornvlieszorg
Bart: ‘De concentratie van de hoornvlieszorg in enkele gespecialiseerde centra is belangrijk om voldoende routine op te bouwen – en dus: kwaliteit te kunnen bieden. Het past bovendien bij recente beleidsontwikkelingen, zoals het Integraal Zorgakkoord (IZA). In Amphia voeren we momenteel zo’n 80 hoornvliestransplantaties per jaar uit. We zijn beiden opgeleid in Rotterdam; in het Oogziekenhuis Rotterdam en het Erasmus MC. Nog steeds werk ik één dag per week in het Erasmus MC en ik kom ook nog wel in het Oogziekenhuis, wat meteen helpt om de contacten warm te houden. Zo kunnen we elkaar in de regio makkelijk vinden voor onderling overleg en advies, en gezamenlijke deelname aan wetenschappelijk onderzoek.’
Continuïteit
Ilse: ‘Toen Amphia mij vroeg of ik me hier verder wilde bekwamen in de hoornvlieszorg, ben ik dat met veel plezier gaan doen. Amphia is het eerste ziekenhuis waar ik ooit gewerkt heb in de oogheelkunde. Daarna ben ik in opleiding tot oogarts gegaan in het Erasmus MC. De vraag om terug te komen in Amphia met deze specifieke taak was extra bijzonder voor mij. Ik vind het een voorrecht om in zo’n fijn team te werken. In 2019 ben ik met Bart gaan leren om de hoornvliestransplantaties te doen. Hij was hier al in 2007 mee begonnen in Amphia en het aantal operaties per jaar begon toe te nemen. In die situatie was het ideaal om verder te leren. De komst van COVID19 zorgde echter voor een flinke dip. Inmiddels zitten we gelukkig weer ruimschoots op niveau en nu is het echt goed dat we met z’n tweeën zijn, om de vraag aan te kunnen en de continuïteit te kunnen waarborgen. Dat laatste bleek ook een minimale eis voor een STZ-erkenning. We bekwamen ons intussen ook samen in nieuwere technieken voor hoornvliestransplantaties, zoals DMEK.’
Bart: 'Ik ben ook blij met de samenwerking met onze optometristen. Het besef dat je met een goed team kunt werken is goud waard!'
Samenwerken voor nog betere resultaten
‘Nieuwe, selectieve technieken zorgen voor minder ingrijpende operaties waarbij maar een deel van het hoornvlies vervangen wordt, met vaak betere resultaten’, licht Bart toe. ‘Met onze ingrepen helpen we mensen bij wie het hoornvlies is aangedaan door de ziekte Fuchs’ endotheel dystrofie of een beschadiging door bijvoorbeeld een eerdere staaroperatie. Het komt ook voor dat we eerdere transplantaten operatief vervangen; die gaan helaas niet altijd een heel leven mee. In samenwerking met het Oogziekenhuis en het Erasmus MC doen we wetenschappelijk onderzoek om de kennis over aandoeningen te vergroten, en behandelingen en resultaten verder te verbeteren. Ook werken we samen met de ziekenhuizen in de regio. Daarnaast hebben we korte lijntjes met de Amphia Apotheek en de ziekenhuisapothekers. Zij verstrekken onder meer specifieke antibiotica en geneesmiddelen om ooginfecties door het gebruik van contactlenzen en door het herpesvirus te bestrijden. Voor dat laatste ziektebeeld werken we onder meer samen met een viroloog van Microvida, ook in het kader van wetenschappelijk onderzoek.’
De juiste oogarts voor de juiste patiënt
Ilse: ‘In de toekomst willen we als ziekenhuizen nog meer gezamenlijk kijken waar een patiënt het beste geholpen kan worden. We kennen elkaars expertise en kwaliteit, en verwijzen gericht door in het belang van onze patiënten. Daarnaast willen we elkaar nog vaker opzoeken voor overleg over complexe problemen en wetenschappelijk onderzoek. Zo zijn we bijvoorbeeld ook bezig om een wetenschappelijk onderzoek op te zetten in samenwerking met academische ziekenhuizen in Nijmegen en Keulen. Daarbij onderzoeken we de genetica achter de oogaandoening Fuchs’ endotheel dystrofie.’
Blijven opleiden
‘Een ander aandachtspunt voor de komende tijd is de opleiding van gespecialiseerde oogartsen’, vertelt Bart. ‘Tien jaar geleden was er in Nederland een flink tekort aan expertise op het gebied hoornvlieszorg en -transplantaties. Dat tekort hebben we hier in de regio inmiddels weggewerkt. De wachttijden voor een transplantatie zijn hier sterk afgenomen en patiënten hebben goede toegang tot deze zorg. Dat willen we graag zo houden, maar we zien nu dus dat de zorgvraag sterk stijgt en dat een deel van de huidige oogartsen de komende jaren met pensioen gaat. In Amphia leiden we nu al oogartsen op om staaroperaties uit te voeren. Daar zouden we graag opleiden in hoornvliestransplantaties aan toevoegen. We investeren daarnaast in het opleiden van onze eigen collega’s, zoals de operatieassistenten, zodat we als één geolied team alle ingrepen kunnen uitvoeren. Ik ben ook blij met de samenwerking met onze optometristen, onder wie Angela Daggelders, en onze secretaresses Hanneke Westland en Katrijn Wagner, die zich intensief bezighouden met het plannen van operaties en het daarvoor regelen van donorweefsel. Het besef dat je met een goed team kunt werken is goud waard!’
Patiënten meer betrekken
Ilse: ‘Tot slot gaan we ook onze patiënten vaker om hun mening vragen. Dat doen we onder meer via onderzoeken naar hun ervaringen (PREM’s). Verder werken we regelmatig samen met de patiëntenvereniging bij het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal en het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten. Patiënten die eenmaal aan hun ogen geopereerd zijn, blijven bij ons onder controle. Om voldoende tijd beschikbaar te houden voor patiëntenzorg én voor wetenschappelijk onderzoek, gaan we bekijken of we als oogartsen bepaalde taken kunnen overdragen aan anderen. Mogelijk kunnen onze optometristen ook een deel van de controles uitvoeren. Zo kunnen wij blijven investeren in nóg betere hoornvlieszorg.’