Sint-Laurensgesticht (1913)
Historie van het gesticht in het Ginneken
Wethouder Maassen vindt dat niemand uit het Ginneken gedwongen moet zijn om in Breda opgenomen te worden. Daarom richt hij het Sint-Laurensgesticht op. Mevrouw Jacqueline de Grez-Mahie stelt een stuk grond beschikbaar. In 1913 is het huis klaar. Het heeft ook een eigen boerderij. Het beschikt over aparte afdelingen voor zieken, voor bejaarden met weinig geld en voor rijke bejaarden. De ziekenafdeling heeft 50 bedden. De Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus uit Maastricht verzorgen de patiënten. Dokter Cartier van Dissel opereert er in 1913 de eerste patiënt.
Het college van regenten probeert uit alle macht de medische ontwikkelingen bij te benen. Zij willen in ieder geval nietachterlopen bij Breda. In 1937 wordt gesticht flink uitgebreid tot 70 bedden. Ook worden de operatiekamer en de röntgenafdeling vernieuwd. Door het Ziekenfondsenbesluit (1941) komen er veel meer patiënten. Weer worden er nieuwe plannen gemaakt. Dit keer zouden er 250 bedden moeten komen. Vanwege de oorlog gaan die plannen niet door.
Pas na de bevrijding komen de plannen weer op tafel. Het duurt nog tot 1962 voor het vernieuwde ziekenhuis er is: het Laurens Ziekenhuis.
Uit alle macht werden medische ontwikkelingen gevolgd, om niet achter te lopen op Breda.